Boldewijn: ‘Geld lenen van politieke partij is onbehoorlijk bestuur’

Bestuurskundige August Boldewijn is er niet over te spreken dat de regering geld heeft geleend van de politieke partij NDP voor de aankoop van vlaggen voor de viering van de onafhankelijkheid. “Geld lenen van een politieke partij is onbehoorlijk bestuur”, zegt hij. Hij legt uit dat er sprake is van politiek bestuur en administratief bestuur en dat deze twee compleet gescheiden zijn van elkaar: politiek bestuur is om beleid vast te stellen en administratief bestuur is om beleid uit te voeren. Het kan volgens hem dan ook absoluut niet dat de regering geld leent van een politiek partij om vlaggen te kunnen aanschaffen, meer nog omdat een politieke organisatie een privaatrechtelijk orgaan is. Boldewijn voegt eraan toe, dat geen enkele wet in ons land aangeeft dat er geld geleend mag worden van een politieke organisatie. Hij neemt als voorbeeld de volksvertegenwoordigers die naast parlementariër ook nog een ambtenarenfunctie bekleden. Boldewijn zegt dat het salaris op zich geen probleem is, maar dat het volgens het bestuur niet mogelijk is om beide functies te bekleden, omdat je aan de ene kant beleid maakt en aan de andere kant zelf kritiek levert op het beleid.

Hij benadrukt dat de Wegenautoriteit eerst het geld had moeten zoeken bij het ministerie van Openbare Werken, Transport en Communicatie (OWT&C), waarna de minister zou moeten kijken als er voldoende geld is op de begroting. Indien het geld er niet was, zou de regering volgens Boldewijn, het geld bij de Centrale Bank van Suriname (CBvS) moeten lenen of een andere lokale bank.

De bestuurskundige is van mening dat de minister van OWT&C, Jerry Miranda, een ernstige vingerwijzing moet krijgen. Het argument van de minister is volgens Boldewijn zwak. “Op geen enkele wijze kan je geld le-\nen van een politieke partij”, zegt Boldewijn. Hij geeft aan, dat het ook zo kan zijn dat de regering besluit om van een ondergrondse organisatie geld te gaan lenen. Boldewijn is benieuwd naar het onderzoek dat door de president is ingesteld, nadat uit de documenten over het lenen en terugstorten van het geld op rekening van de NDP, bleek dat er onregelmatigheden hebben plaatsgevonden. Het gaat om SRD 54.000 dat is overgemaakt en SRD 300.000 die de Wegenautoriteit heeft gebruik voor het bouwen van een vip-podium tijdens de viering van de onafhankelijkheid. Hij voert aan dat er tal van onderzoeken zijn geweest bij Carifesta en de Naschoolse Opvang, maar zijn dat de personen die verantwoordelijk zijn voor de malversaties, nooit zijn aangepakt.

De oppositie is het er niet meer eens met de handelswijze van minister Miranda en heeft een motie ingediend waarin zij eist dat Miranda ontlast wordt uit zijn functie en dat er een grondig strafrechtelijk onderzoek komt in deze kwestie. Bouterse heeft de coalitie opgeroepen om de motie van de oppositie te ondersteunen.

door Johannes Damodar Patak

 

More
articles