De voorzitter van de partij voor Democratie en Ontwikkeling in Eenheid (DOE), Carl Breeveld, tevens parlementariër, vindt het jammer dat Suriname gedaald is op de corruptie-index. Suriname is van de 64ste plek in 2016, teruggevallen naar de 77ste plek. Hij haalt aan dat zowel hij als andere Surinamers, niet het idee hebben dat de regering iets doet om corruptie in het land te bestrijden. De regering zou volgens Breeveld niet wagen verandering hierin te brengen, omdat zij er ook profijt van heeft. Breeveld benadrukt dat Suriname behoorlijk corrupt is. Volgens hem zijn er genoeg voorbeelden die daarvan blijk geven. Zo haalde hij de gevallen aan van het Ziekenhuis in Wanica, de cassavefabriek, EBS, Naschoolse Opvang, Carifesta en de goud- en houtconcessies. De concessies zijn volgens hem allemaal in handen gekomen van personen die gelieerd zijn aan de regering, met het gevolg dat Suriname nauwelijks verdient aan vooral de opbrengsten van de goud- en houtconcessies.

Hij haalt aan dat er veel werk aan de winkel is om corruptie te bestrijden. Zijn partij is daar in 2012 mee begonnen, toen heeft DOE een petitie ingediend om aan te geven dat er een anticorruptiewet moest komen. Die is er wel gekomen, maar Breeveld wijst erop dat uitvoering van de wet uitblijft, ook zijn de uitvoeringsbesluiten en de anticorruptie commissie nog steeds niet in werking. Dit zijn volgens de parlementariër juist de maatregelen die ervoor moeten zorgen dat corruptie wordt bestreden. Deze kwestie is volgens Breeveld ernstiger dan die lijkt. Hij wijst erop dat ook wanneer er bepaalde functies bekleed moeten worden, leden van de NDP worden voorgetrokken, waardoor andere mensen moeilijk aan een baan kunnen komen. “En als ze vragen naar werk, wordt hen eerst gevraagd of ze van de partij zijn.” Dit zijn volgens Breeveld al zaken waar het mis gaat. Ook haalt hij aan dat de vriendjespolitiek het land niet ten goede komt. “Als de regering ondernemers die vrienden zijn van de partij, aantrekt om een bepaald werk te doen, dan worden de bedragen veel hoger gesteld dan normaal, omdat ze er beide voordeel uit moeten halen”, zegt Breeveld. Dit zijn volgens hem redenen waarom de regering geen aanstalten maakt om de corruptie te bestrijden. “Ze laat het zoals het is, want ze heeft er voordelen bij”, zegt hij.

Echter zegt Breeveld dat het niet langer zo door kan gaan. De samenleving moet volgens hem druk uitoefenen zodat er verandering hierin komt. Ook zegt hij dat er andere wetten nodig zijn, zoals de aanbestedingswet, om ervoor te zorgen dat corruptie daadwerkelijk bestreden wordt, daarnaast moeten instanties zoals de Rekenkamer, versterkt worden om het werk beter te kunnen doen. Breeveld wijst erop dat het voeren van een corruptief beleid niet getolereerd zal worden, zijn partij zal er alles aan doen om dat te veranderen.

door Richelle Mac-Nack