De opiniepeilingen die het Instituut voor Dienstverlening, Onderzoek en Studiebegeleiding (Idos), heeft uitgevoerd in de maanden november en december van het vorige jaar, weerspiegelen volgens assembleelid Mahinder Jogi (VHP), hoe sterk de NDP achteruit is gegaan. Volgens het onderzoek krijgt de president en zijn regering het cijfer 4 als het aankomt op beleidsvoering. Volgens Jogi heeft dit te maken met het slechte beleid dat gevoerd is en de gevolgen hiervan voor de samenleving. “De NDP moet de boodschap van de peilingen ter harte nemen en kijken wat ze moet doen om de samenleving weer tevreden te stellen”, meent de parlementariër. Hoewel het onderzoeksbureau uitgaat van een onzekerheidsmarge van 3 procent, gelooft Jogi wel in de resultaten. Volgens hem is dit bewezen uit de voorgaande opiniepeilingen. Wordt de recente peiling vergeleken met die van 2015, dan is de achteruitgang van de NDP duidelijk zichtbaar. Jogi vindt dat de peilingen  een belangrijke boodschap afgeven aan zowel de regering als aan de overige politieke partijen.

Van de 1000 geënquêteerden uit de districten Paramaribo, Wanica, Commewijne en Nickerie, zouden 14,3% weer stemmen voor de NDP als er nu verkiezingen komen. Dit betekent dat slechts 140 mensen uit de 1000 mensen weer zouden stemmen op de paarse partij. Als het beleid van de regering zo doorgevoerd wordt, zal dat aantal volgens Jogi nog minder worden.

Volgens William Waidoe (PL) is er werk aan de winkel voor de overige politieke partijen. Hij noemt de opiniepeilingen een meetmoment waarbij er niet vanuit moet worden gegaan of het waarheidsgetrouw is, belangrijk is de boodschap eruit halen.  De politieke partijen kunnen op die manier beter plannen hoe zij de komende verkiezingen tegemoet gaan. De resultaten moeten gezien worden als een handvat om de aanpassingen te plegen die ten goede zullen komen van het volk. Als het gaat om het gemiddelde cijfer voor beleidsvoering dat is voortgevloeid uit het onderzoek, dan staat Waidoe achter de resultaten. Echter hoopt Waidoe dat de president inziet dat hij nog geliefd is onder bepaalde respondenten en dat hij met zijn kabinet hierover zal moeten brainstormen om verandering te brengen in zijn beleidsvoering.

-door Kimberley Fräser-