Gisteren heeft De Nationale Assemblee (DNA) met 38 stemmen bepaald, dat 115 vreemdelingen de Surinaamse nationaliteit krijgen. De groep bestaat uit 92 volwassenen en 23 kinderen. 55 personen zijn afkomstig uit Guyana, 25 uit China en 12 uit Haïti. Echter bleek dat 41 van de 92 personen werkloos zijn en diverse parlementariërs hebben daarover hun misnoegen geuit.
Van de 92 personen hebben 17 hun eigen bedrijf, 31 zijn schilders of doen overig werk, 3 zijn student en 41 hebben geen beroep. Uit deze groep heeft 61 lager onderwijs genoten, 10 middelbaar onderwijs, 3 hoger onderwijs, terwijl het opleidingsniveau van de overige 18 onbekend is.
De NDP-parlementariër Keshopersad Gangarampanday had problemen met het feit dat vreemdelingen geen beroep hebben, maar toch worden toegelaten.
“Alles wordt goedgekeurd. Surinamers hebben al niet genoeg werk en zijn brodeloos. Dan moeten we mensen van andere landen hier accommoderen en ze ook alle voorzieningen toekennen”, zei Gangarampanday. Volgens hem moeten deze mensen van de lijst gehaald worden. De meeste mensen op de lijst blijken al heel lang te wachten op de naturalisatie. Sommigen hebben twintig tot dertig jaar geleden een aanvraag gedaan.
De NDP-fractieleider Andre Misiekaba ging hierop in en gaf aan dat met inachtneming van het aantal jaren dat bepaalde personen hun aanvraag hebben gedaan, hen uit het land zetten, niet de juiste manier is om deze mensen te bejegenen, omdat zij al zo lang hier zijn. “De Bijbel roept op om vreemdelingen goed te bejegenen, belangrijk is dat mensen goed worden bejegend”, zei Misiekaba. Desondanks moet de regering volgens hem kijken naar wie er allemaal toegelaten wordt. Alle nieuwe gevallen moeten extra worden gescreend.
Minister Ferdinand Welzijn van Justitie en Politie, deelde mee dat vreemdelingen die aantoonbaar een bijdrage kunnen leveren aan de opbouw van het land, in aanmerking komen voor naturalisatie. Bepaalde mensen gaan pas na zoveel keer een verblijfsvergunning te hebben aangevraagd, over tot het aanvragen van naturalisatie. Volgens hem kan het dan zijn dat deze mensen in een eerder stadium wel een beroep hadden, maar op dit moment niet. Het zou volgens hem oneerlijk zijn om deze mensen op basis van hun werkloosheid niet te naturaliseren.
Ook vragen over de inburgering van vreemdelingen werden gesteld. NDP- parlementariër Ruchsana Ilahibaks, merkte op dat bij vereisten voor aanvragen van naturalisatie, inburgering voorkomt als een wettelijk vereiste. Zij wilde weten hoe de inburgering plaatsvindt, omdat bepaalde personen de kleuren van de vlag kennen, maar niet het volkslied. Anderen zijn de Nederlandse taal niet machtig, maar kunnen wel een beetje Sranantongo spreken.PL-parlementariër Ingrid Karta-Bink, gaf aan dat het nationaal gevoel tenminste als voorwaarde geëist moet worden voor naturalisatie. “Nieuwe burgers moeten tenminste het volkslied kunnen zingen, de taal kunnen spreken en schrijven en de vlag kennen”, aldus Karta-Bink.
Zowel vanuit de coalitie als de oppositie werden vragen gesteld over de lange wachtperiode voordat vreemdelingen in aanmerking komen voor naturalisatie. Door de lange wachttijden zijn kinderen, die toen minderjarig waren, volwassen geworden. Echter zal hun behandeling worden versoepeld en hoeven zij de SRD 200 niet opnieuw hoeven te betalen. Minister Ferdinand Welzijn van Justitie en Politie deelde mee dat de lange wachttijden nu wel tot het verleden behoren, omdat de aanvragen nu elektronisch worden gedaan. Volgens Welzijn zijn er nu geen achterstanden bij het ministerie als het gaat om aanvragen voor naturalisatie.
door Priscilla Kia