De intrekking van de concessierechten van Ronnie Brunswijk, is volgens het ministerie van Ruimtelijke ordening, Grond- en Bosbeheer (RGB), nimmer gebaseerd op rancune, maar zou te maken hebben met het gegeven dat Brunswijk de verschuldigde concessierechten niet heeft voldaan vanaf december 2014 tot en met december 2017. Dit zou volgens het ministerie blijken uit de administratie van de Stichting voor Bosbeheer en Bostoezicht (SBB).
RGB zegt naar aanleiding van berichten in de media over de intrekking van het concessierecht op naam van Brunswijk, dat de concessiehouder in een persoonlijk onderhoud met RGB-minister Roline Samsoedien, had aangegeven het verschuldigde in orde te zullen maken. Tevens heeft hij de bewindsvrouw medegedeeld dat hij wegens omstandigheden niet altijd bereikbaar is, maar dat de communicatie via zijn directe contactpersonen, te weten de heer Robin Brunswijk en Hugo Blinker, zou verlopen. RGB: “Beide heren, te weten Brunswijk en Blinker, hebben uit handen van het ministerie diverse aanmaningsbrieven ontvangen, maar de terugkoppeling met het ministerie bleef tot op heden uit. Dat was de directe reden voor het ministerie van RGB c.q. de SBB, om conform de wet: artikel 32 lid 1onder a en 36 lid 1 onder c van de Wet Bosbeheer, de concessierechten toegekend aan Brunswijk op 19 januari 2017 in te trekken.”
Aan Brunswijk is bij beschikking van de minister van RB d.d. 24 december 2013, Bureau no. 4047-13/Min RGB, voor de duur van vijf jaar een concessie tot exploitatie van hout op het terrein vermoedelijk groot 4822ha, gelegen in het district Marowijne, ten westen van de Marowijnerivier en bekend als terrein no. 17c, toegekend.
Het ministerie zegt dat nadat een aanvraag voor een concessie wordt ingediend, er door de SBB een onderzoek is ingesteld naar de vereisten aan welke de aanvrager dient te voldoen. Afhankelijk van het advies wordt door de minister bepaald als de concessie al dan niet wordt toegekend aan de aanvrager.
Indien de concessie wordt toegewezen, moet de concessiehouder voldoen aan een aantal wettelijke verplichtingen. Eén daarvan is het betalen van concessierechten over het desbetreffende concessiegebied.
Uit de administratie van de SBB, is gebleken dat Brunswijk de verschuldigde concessierechten niet heeft voldaan vanaf december 2014 tot en met december 2017. De SBB heeft herhaalde malen Brunswijk middels een schrijven aangemaand het verschuldigde bedrag aan concessierechten, welke inmiddels is opgelopen, te voldoen.
RGD zegt de houding van Brunswijk te betreuren, daar zij voor hem altijd een deur open heeft gehouden om te communiceren, maar hij het niet nodig achtte daarvan gebruik te maken. Het ministerie wenst met klem te benadrukken, dat de maatregel met betrekking tot intrekking van concessies niet slechts op Brunswijk wordt toegepast, maar dat elke concessiehouder die in gebreke blijft ten aanzien van concessieverplichtingen, soortgelijke maatregelen tegemoet mag zien. “Voor concessionarissen die aanmaningen hebben ontvangen van SBB en het verschuldigde bedrag niet in één keer kunnen voldoen, bestaat altijd de mogelijkheid om middels dialoog te komen tot een betalingsregeling”, aldus RGB.