De Abop-parlementariër Diana Pokie heeft gisteren bij de behandeling van de Wet Beschermde Dorpsgebieden, aangegeven dat dit wetsproduct hoort bij de rechten van de mens. Volgens haar moet het duidelijk zijn voor de gemeenschap dat deze wet geen oplossing brengt in het grondenrechtenvraagstuk, maar een voorlopige voorziening is om meer rechtszekerheid te scheppen, zodat partijen rustig kunnen onderhandelen.
“De rechten van de mens opsommend, wordt duidelijk aangegeven dat wij weten waar het om gaat bij deze wet, zoals verwoord is in de memorie van toelichting”, zei Pokie. We hebben heel lang gewacht om te komen tot een voorlopig voorziening voor de groep. Al tientallen jaren worden de bewoners van het binnenland geconfronteerd met een zichzelf toegemeten vrijbrief van verschillende regeringen en politici die hun rechten toekennen aan vrienden, partijloyalisten en politieke vrienden op gronden in de nabijheid van bewoonde dorpsgebieden. Mensen hebben ook recht op sociale zekerheid en rust.
Ten aanzien van de sociale zekerheid, zegt Pokie dat zij er een zwaar hoofd in heeft, zo zijn er dorpen met kapitein en basja’s, die dorpen zijn overwoekerd en niet voldoende bewoond vanwege het gebrek aan voorzieningen. Er zijn bijvoorbeeld geen scholen en poliklinieken.
Volgens Pokie hebben de Verenigde Naties (VN) voorzien in een verdrag voor de rechten van de mens dat Suriname in 1976 heeft geratificeerd. Dit is het internationale verdrag met betrekking tot betere economische, sociale en culturele rechten, waarvan het zelfbeschikkingsrecht er een van is. Volgens haar moeten dorpelingen die in verband met economisch gezinsonderhoud in het belendende gebied buiten het beschermde gebied vallen, beschermd worden en ook als veiligheidszone aangegeven moeten worden. Hierbij zijn genoemd kostgronden, kampoe en paandasi kamiya, die seizoengebonden aangelegd worden. Tot slot wenste Pokie de zinsnede: ‘Inheemsen en andere in stamverband levende Surinamers’ uit te breiden met: ‘de Inheemsen, de Marrons en de andere in stamverband levende Surinamers’. Zij heeft Marrons toegevoegd, omdat de Marron gemeenschap de grootste groep is binnen de samenleving die in stamverband leeft. “De aanduiding Marrons is al enige tijd ingeburgerd en is een internationaal aanvaarde naamgeving voor afstammelingen van tot slaafgemaakte Afrikanen die gestreden hebben tegen de slavenmaatschappij voor hun vrede”, lichtte zij toe. Pokie hoopt dat de kanttekeningen van de verschillende ministeries ook meegenomen worden bij de behandeling van deze wet zodat de gemeenschappen er beter uitkomen en dat de wet na aanname vooral uitvoerbaar is.
door Priscilla Kia