Gisteren heeft De Nationale Assemblee (DNA), de aanzet gegeven tot het beschermen van de woongebieden van Inheemsen en Marrons in het binnenland. Hoewel BEP-parlementariër Rudolf Zeeman deze stap toejuicht, wil hij toch dat de bescherming van deze gebieden goed aangepakt wordt. “Ik wil niet gezien worden als de persoon die heeft meegewerkt om het bos te verkopen”, zei hij gisteren in het parlement.
Met de behandeling van de Wet Beschermde Dorpsgebieden, wordt een begin gemaakt de reeks van klachten op dit gebied te minimaliseren. Hiermee willen de initiatiefnemers de bevoegdheid van de overheid om in deze gebieden concessies en andere rechten uit te geven, beperken. Zeeman gaf aan dat het probleem van het toewijzen van gronden in de nabijheid van bewoonde dorpsgebieden door de overheid, al decennialang in het binnenland speelt. Dit zorgt voor problemen vanwege het gebrek aan wetgeving. “Mensen wonen langer dan driehonderd jaar in dat gebied zonder aanspraak op titel op de grond. Wat mij verbaast, dat er niet voldoende rekening is gehouden met geografische ligging van de gebieden”, zegt Zeeman.
Volgens hem is de situatie per gebied verschillend en moet daar rekening mee gehouden worden. Ook maakt hij zich zorgen over de bescherming van mensen die in een kamp wonen.
“In dit wetsproduct is nimmer benadrukt dat bescherming zal worden gegeven aan kampgebieden, terwijl in de meeste gevallen de mensen in de kampen wonen. De meeste investeringen vinden ook daar plaats. Indien dat niet in de wet is opgenomen, zal dat zorgen voor problemen voor de mensen in de gebieden, vooral met het oog op vergunning uitgifte.” Hij sluit sociale en politieke problemen niet uit en is de mening toegedaan dat participatie van belanghebbenden belangrijk is, zodat men ook kan meedenken en meebeslissen. Zeeman wilde weten waarom de gemeenschappen niet in voldoende mate betrokken zijn, daarnaast wilde hij ook weten hoe de grenslijn van dorpen op eilandjes zal worden vastgesteld. Hij sprak verder de hoop uit, dat indien bepaalde plaatsen buiten de grenslijn vallen, automatisch meer concessiesaanvragen ten aanzien van mijnbouw, bosbouw en landbouwactiviteiten in die gebieden uitgegeven zullen worden. “Hoe zal de regering omgaan met de verschillende heilige culturele plaatsen van de mensen die vrijwel buiten de beschermingslijn zullen komen te staan”, wilde Zeeman weten. Marinus Bee, Abop-parlementariër tevens mede initiatiefnemer, stelde Zeeman gerust en gaf aan dat de intentie juist bedoeld is om gebieden te beschermen zodat de overheid en de actoren die bezig zijn met de oplossing van het grondenrechtenvraagstuk, rustig in overleg kunnen treden. Het is volgens Bee geen oplossing voor het grondenrechtenvraagstuk, maar het garandeert wel rust, waardoor mensen weten dat hun gronden niet ingepikt worden terwijl de onderhandelingen nog gaande zijn.
door Priscilla Kia