20 jaar voor Brondenstein, Kempes, Lewis; vrijspraak voor Krolis
Auditeur-militair Roy Elgin heeft hedenmorgen tijdens de voortzetting van de openbare zitting van de Krijgsraad, 20 jaar celstraf geëist tegen Benny Brondensten, Kenneth Kempes, Lucien Lewis en vrijspraak tegen de verdachte Iwan Krolis in het 8 Decemberstrafproces. Het Openbaar Ministerie (OM) acht dat er wettig en overtuigend bewijs is tegen de drie verdachten tegen wie 20 jaar celstraf geëist is.
Elgin heeft op basis van gebrek aan bewijs, vrijspraak geëist tegen Krolis. Op 8 december 1982 was hij de voorzitter van de politieke partij Palu. Vanaf het begin ontkende Krolis enige betrokkenheid te hebben bij de moorden op de vijftien critici op 8 december 1982. Volgens hem was hij niet op de hoogte van deze plannen. Tijdens zijn verhoor in 2010 bij de Krijgsraad, heeft hij aangegeven, dat de Palu maanden voordat de decembermoorden zijn gepleegd, in ongenade was gevallen. Hij zei dat zowel het bestuur als de kaderleden van de partij zich hadden teruggetrokken in een woning aan de Antroewastraat. De toenmalige Palu-voorzitter voerde aan dat er vergissingen zijn gemaakt met de dag waarop hij een onderhoud had met Roy Horb, toenmalige garnizoenscommandant. Dit gebeurde volgens hem niet op 8 december, maar op 9 of 10 december.
Krolis zei dat het niet logisch is dat de partij in ongenade was gevallen en dat zij dan nog betrokken zouden zijn bij de decembermoorden. Opmerkelijk was dat de Palu, ondanks de decembermoorden toch ervoor koos om een leidinggevende rol in de regering die na de moorden werd gevormd, in te nemen. Krolis gaf als reactie, dat de Palu een politieke partij is en net als alle anderen in het machtscentrum wilde komen.
Volgens het OM heeft Brondenstein een actieve rol gespeeld bij het beramen en vermoorden van de vijftien critici op 8 december 1982. Hij was gezagvoerder op een militaire boot die maanden lang bij de Marinetrap was aangemeerd. Op 8 december gaf hij de opdracht om te varen naar Commewijne, nadat er geschoten was in het fort. Brondenstein ontkende met klem dat hij schoten heeft gehoord en zei dat hij niets weet en niets gehoord heeft. Volgens hem was hij in zijn kajuit. “Elke dag gingen wij varen, dus die dag ook”, verklaarde de verdachte. Elgin zei dat alle zestien leden van de groep van zestien, betrokken zijn bij de moorden. In 2010 heeft de verdachte tijdens zijn verhoor bij de Krijgsraad, verklaard dat hij niets weet over de moorden. Echter hebben zeven personen bezwarende verklaringen tegen Brondenstein afgelegd. Volgens getuigen hebben zij hem op 8 december gezien in het fort.
Kempes en Lewis waren lijfwachten van hoofdverdachte Desiré Bouterse. Tegen het duo zijn er veel bezwarende verklaringen afgelegd. Zij zouden deel hebben uitgemaakt van het vuurpeloton. Kempes noch Lewis zijn in 2010 verschenen voor verhoor bij de Krijgsraad. Geen van beiden heeft zich verdedigd, ook niet door een advocaat. De zaak van beide verdachten wordt daarom bij verstek behandeld. Dit houdt in dat een verdachte niet verplicht is om aanwezig te zijn of om mee te werken aan zijn veroordeling.