Samson: ‘2018 is uitzichtloos’

Drs. Guillermo Samson, econoom, benadrukt dat 2018 uitzichtloos is. Hij geeft aan dat elke beleidsmaker met een klein beetje inzicht had kunnen voorspellen dat de financieel-economische situatie in het land zou ontaarden. Nu is het volgens hem zover. Moe geworden van de wijze waarop minister Gillmore Hoefdraad van het ministerie van Financiën met de financiële belangen van dit volk omgaat, is zelfs de pleitbezorger van deze regering, Amzad Abdoel, in actie gekomen. Samson zegt dat kennelijk de oogkleppen eindelijk van zijn ogen zijn gevallen, zoals critici de afgelopen dagen het uitdrukken. “Ik begrijp wel dat een assembleelid als Abdoel na alle economische escapades en voortgebrachte economische wartaal en onzin in de afgelopen jaren over dit volk gespoten, met schaamte en een bloedend hart ultimo 2018 tegen zijn eigen regering ageert.

Maar dit komt omdat de situatie zo uitzichtloos is geworden, dat hij geen andere keus heeft”, aldus de econoom. Hij hoopt niet dat hij voor een tweede keer zal worden teruggefloten en weer in zijn schulp kruipt, zoals hij samen met NDP- fractieleider Andre Misiekaba deed na een aanvaring met ‘swerelds beste econoom op het ministerie van Financiën in Suriname. Volgens Samson is de situatie op dit moment kennelijk voor hem zo uitzichtloos geworden, dat hij afgelopen vrijdag geen andere keus had.

Wat hem in deze hele situatie opvalt, is dat de huidige minister van Financiën die zich van een scheermes bedient bij het willen oplossen van de problemen, zelf niet goed begrijpt waarmee hij bezig is.“Hij gaat er kennelijk vanuit dat men hem domweg niet begrijpt en dat hij alleen op deze aardbol de principes van het economisch denken en handelen beheerst. Hierbij komt hij met vreemde opmerkingen, zoals: “Het ergste is achter de rug”, waarbij ik als integere econoom zijn stelling aanvul door te stellen dat het ellendigste moet mede door toedoen van deze minister, nog over het Surinaamse volk na 2017 heenkomen”, zegt Samson.

Hiermee bedoelt hij de financiële en monetaire chaos waarin Hoefdraad vanaf zijn komst in Suriname als president van de Centrale Bank voor 85.000, — Surinaamse dollars per maand aan salaris, een heel volk in een ravijn van doffe ellende heeft gestort, Dit door toedoen van het verdampen van onze gehele goud- en deviezenreserve van bijkans 1200 miljoen Amerikaanse dollars. Dit alles zal uiteindelijk uitmonden in een schuldencrisis in 2018, waarin tegoeden van eerlijke burgers wellicht niet meer gegarandeerd zullen zijn. Het gaat hier volgens Samsonom onder andere het verkopen van staatseigendommen, belastingheffingen en verhogingen die niet meer door het volk kunnen worden gedragen, vernietiging van de middenstand etc. Dit, terwijl hij niet weet hoe het kernprobleem zonder leningen aan te pakken. Hij zegt dat van een minister van Financiën men tenminste mag verwachten dat hij specifieker zou zijn tijdens de begrotingsbehandeling en de diepere achtergrond van het probleem kent.

“Wanneer wij bovenstaande opmerkingen horen van iemand die pretendeert econoom te zijn, begrijpt u dan aan de vooravond van 2018, waarom ik stelde dat de man geen econoom is? En waarom ik al heel vroeg tot de conclusie kwam dat wij hier te maken hebben met een ‘tuinman van het IMF’, die zijn linkerhand niet van zijn rechterhand kan onderscheiden?”, aldus de econoom. Ook vraagt Samson zich af of diegenen die hem daar hebben geplaatst, zelf wel capabel zijn. Het vergt volgens hem toch wel inzicht van beleidsmakers om de juiste persoon op de juiste plaats te zetten en daarna moet er ook enig verstand en kunde aan te pas komen om te kunnen oordelen of het wel de juiste keuze is geweest. Hij verwijst in dit kader naar de kwestie van de minister van Onderwijs, Robert Peneux, waarover nog geen beslissing is genomen. Samson hoopt in het belang van het hele Surinaamse volk, maar vooral de zwakkeren en minder bedeelden onder ons, dat er ergens in 2018 snel een licht zal gaan schijnen, met het vertrek van deze minister van Financiën. Tot dan zullen wij volgens hem dit licht moeten ontberen vanwege het ontbreken van vertrouwen in deze ‘monetaire autoriteit’.

More
articles