Zaterdag 25 november is Suriname 42 jaar staatkundig onafhankelijk. VHP- parlementariër Mahinder Jogi,gevraagd naar een reactie, geeft aan dat wij bij 42 jaar onafhankelijkheid van ons land, lering moeten trekken uit zaken die zich hebben afgespeeld in het verleden. Hij denkt in dit kader terug aan de Binnenlandse Oorlog en het militair bewind onder leiding van Desiré Bouterse in de jaren ‘80. Hij benadrukt dat wij ervoor moeten waken dat dit soort zaken zich niet meer voordoen. Jogi voert aan dat het militair bewind vanaf de onafhankelijkheid tot heden, bijkans twintig jaar de kans heeft gehad om ons land te besturen. Maar volgens hem heeft elke regering Bouterse niets anders teweeggebracht dan de achteruitgang van ons land.
Hij vergelijkt de twintig jaar van Bouterse met de ongeveer vijftien jaar van de Nieuw Front (NF) regering en concludeert dat zij steeds gaten hebben moeten dichten die zijn gecreëerd door het militair bewind. Hij zegt verder dat de Nieuw Front regeringen hun beleid baseerden op sparen en stabiliteit, terwijl van het militair regim verspilde.
In feite is, aldus Jogi geen enkel land op aarde onafhankelijk is, op de een of andere manier is elk land afhankelijk van een ander land. Hij geeft aan dat kleinere landen afhankelijk zijn van industriële landen of internationale organisaties die hun belangen veilig proberen te stellen. In 42 jaar hebben wij volgens Jogi kansen verspeeld en zijn wij in een situatie terechtgekomen, die absoluut niet positief is. In dit kader noemt hij onze mijnbouwindustrie, waarbij Suralco en Billiton zijn vertrokken, onze economie is vandaag de dag gebaseerd op olie en goud. Jogi geeft aan dat wij in 42 jaar gefaald hebben om onze economie te diversifiëren, ook is er onvoldoende gespaard, verwijzend naar de huidige regering. Hij voert aan dat de regering niet in staat is geweest om de inkomsten die wij als land verdiend hebben, duurzaam om te zetten in ontwikkeling. Jogi roept eenieder op om bij 42 jaar staatkundige onafhankelijkheid een bijdrage te leveren aan land en volk, zodat wij betere tijden tegemoet kunnen gaan.
door Johannes Damodar Patak