De Algemene Surinaamse Houtunie (ASHU) onder leiding van André Soeltaansingh, heeft gisteren in het Lalla Rookh gebouw in een algemene ledenvergadering besloten dat zij voor volgende week vrijdag een gesprek wil met de ministeries van Handel, Industrie & Toerisme (HI&T), Ruimtelijke ordening, Grond- en Bosbeheer (RGB) en Openbare Werken, Transport & Communicatie (OWT&C). Indien het niet lukt bij de ministers zal er aangeklopt worden bij de president. De voorzitter gaf aan dat hij vandaag al door middel van een brief de ministers zal aanschrijven voor een gesprek. Aanleiding hiervoor zijn de maatregelen die de overheid heeft getroffen binnen de houtsector. Soeltaansingh gaf aan dat de structurele fouten van de opeenvolgende regeringen in de schoenen van de houtsector worden geschoven, doelend op de wegen van Suriname. Hij zei tegen de leden dat er ook rekening mee gehouden moet worden, dat er een regering zit die weinig aan overleg doet. Tijdens de drukbezochte vergadering werden de leden in de gelegenheid gesteld om hun problemen naar voren te brengen, deze werden in vier categorieën geplaatst, namelijk: houttransport, keuringsloon, export van hout en tekort aan hout op de lokale markt (houtzagerijen).
Houttransport (transporteurs & loggers)
De regering heeft op verschillende plaatsen controleposten opgezet om te controleren dat er niet meer houtblokken geladen worden dan toegestaan is. Hiervoor heeft de overheid asdruk (druk die het transportvoertuig uitoefent op de banden) weegbruggen aangeschaft die het gewicht van de trekker wegen. De leden van Ashu betwijfelen of die meting wel correct is. Ook over de boete bij het overschrijden van 12 ton, zijn de leden het niet eens. Volgens de wet is het vastgestelde gewicht 8 ton, maar er wordt uitgegaan van 12 ton (voorgestelde wijziging) bij het wegen. Het probleem is dat de transporteurs bij het overschrijden van de 12 ton cumulatief vanaf 8 ton worden beboet, hetgeen neerkomt op een bedrag van SRD 2000. Ook over de berekening van de boete tasten de leden in het duister. De loggers en transporteurs gaven aan dat er ook rekening mee gehouden dient te worden dat zij niet over een weegbrug beschikken en dat sommige houtsoorten (jinja hout) bij regen veel zwaarder worden. Een ander probleem dat zij ondervinden, is dat zij bij het betalen van het boete niet verder mogen rijden, maar terug moeten naar de plaatst van herkomst. Dit heeft tot gevolg dat de transporteurs dubbele kosten maken voor een lading houtblokken. De leden merkten op, dat de maatregel van de overheid alleen geldt voor de weg naar Afobakka, in de andere districten wordt niet gecontroleerd. Ook vinden zij dat er niet alleen naar de houtsector gekeken moet worden, maar ook naar bedrijven die zwaar materieel vervoeren en benzine vervoeren. De leden hebben het gevoel dat de Chinezen voorgetrokken worden, want die mogen wel met overvolle trucks en trekkers rijden.
Keuringsloon
De overheid heeft de keuringslonen voor de export buiten Paramaribo verhoogd van SRD 4,50 naar SRD 16,50 en na 16.00 uur, naar SRD 42,50 per kubieke meter. De loggers kunnen zich hierin niet terugvinden, omdat de tarieven met enkele honderden procenten zijn gestegen. Door de controle op de wegen kunnen zij niet met overbeladen trucks rijden. Op zich hebben de transporteurs hiermee geen probleem, maar door de verhoging van de tarieven en de boetes, komen zij nauwelijks uit de kosten.
door Johannes Damodar Patak
