Suriname kan voorbeeld nemen aan Curaçao inzake boedelproblematiek

Ons land kamt al jaren met de zogeheten boedelproblematiek. Het niet kunnen opsporen van erfgenamen, zorgt ervoor dat grote lappen grond overwoekerd raken, wat de ontwikkeling van ons land tegenhoudt. Mr. Chiquita Akkal-Ramautar heeft gisteravond een lezing gehouden in Het Park, hoe Suriname de boedelproblematiek zou kunnen oplossen. Hiervoor heeft zij een vergelijking gemaakt tussen de situatie in Suriname en die op Curaçao. Zij heeft in haar presentatie gekozen voor Curaçao, omdat de wetgeving van ons land en die van Curaçao niet veel van elkaar verschillen; aangezien beide afstammen van het Nederlands recht (Romeinsrecht). Volgens Akkal-Ramautar kan Suriname afkijken van Curaçao om zo de boedelproblematiek op te lossen. Zij zei dat in de nieuwe ontwerpwet van ons Burgerlijk Wetboek (BW) de huidige wet van Curaçao copy conform is overgenomen. Echter zegt zij dat de wet naar Surinaamse maatstaven, aangepast dient te worden.

In haar presentatie ging Akkal-Ramautar in op de rechtshistorische ontwikkelingen van Suriname en Curaçao, die ongeveer gelijk zijn. Zij vertelde dat Curaçao tegenwoordig Suriname een paar stappen voor is.

Het rechtssysteem op Curaçao biedt volgens haar verschillende oplossingen. Door middel van vonnissen uitgesproken op Curaçao gaf zij een duidelijk uiteenzetting over de werking van de nieuwe regeling. Curaçao heeft net als Suriname ook plantages met meerdere eigenaren. Het nieuwe BW van Curaçao richt zich bij de boedelproblematiek op langdurig onverdeelde boedels en grote stukken land (oude plantages waarvan niemand weet wie de eigenaren zijn). Via de rechter kunnen er wel eigendomsrechten verkregen worden op Curaçao, door aan te geven dat men de gebruiker is (bv 40 jaar lang), dat er sprake is van een langdurig onverdeelde plantage, of kan de grond door het land Curaçao worden aangevraagd. De wet voorziet ook erin, dat speculaties voorkomen worden (project verkavelaars etc.)

Werking van 2007 tot heden

Zij behandelde ook een rechtszaak die zich heeft voorgedaan op Curaçao, onder de noemer “Plantage Bicento”. Ene meneer Bicento die al jaren woont op een grond, beroept zich als gebruiker van de grond, op verjaring en op de nieuwe regelgeving. Het gerecht zegt hierover, dat volgens onze nieuwe wetgeving hij geen eigendom kan krijgen op basis van verjaring. Akkal- Ramautar zei dat het volgens het Surinaams recht wel mogelijk is, zolang de persoon deelgerechtigde is in een boedel. Op basis van de nieuwe regeling, heeft hij wel kunnen tonen de gebruiker te zijn van het stuk grond en verwantschap te hebben met de eigenaar van de grond in kwestie. Op basis van zijn aangehaalde punten komt hij in aanmerking voor de grond, maar de nieuwe wetgeving eist ook een plan waaruit blijkt dat de grond tot ontwikkeling wordt gebracht. Dit wordt ook gecontroleerd door de overheid. Bicento kon het plan niet presenteren. De rechter heeft toen het de regering van Curaçao gevraagd of zij hiertegen bezwaar hadden. Zij toonden geen bezwaar maar stelden wel als voorwaarde, dat de bestemming van de grond nooit gewijzigd kan.

Vonnis Santa Maria (voor de nieuwe wetgeving)

Een mevrouw die een beetje op de hoogte was van verjaringsregels heeft op basis van verjaring, de overheid gevraagd eigenaar te worden van de hele plantagegrond. Op dezelfde plantage woonden er andere gerechtigden, die te weten kwamen van de aanvraag en hebben op hun beurt het stuk grond ook aangevraagd (12 mensen). Zij hebben toen bezwaar aangetekend tegen de eerste aanvrager, omdat zij ook grondbelasting betaalden. Deze zaak belandde toen bij de rechter. De rechter heeft aangegeven, dat het om een onverdeelde boedel gaat en dat de gezamenlijke erfgenamen, opgespoord dienen te worden. Akkal-Ramautar zei dat dit een job was die niet kon worden geklaard, want niemand wist meer wie de gezamenlijke gerechtigden waren. Op een gegeven moment werd het stuk perceel op de veiling geplaatst, maar werd het vanwege de maatschappelijke opvatting niet verkocht. Mensen zagen het als een familiegrond en hebben bewust niet meegedaan aan de veiling.

Akkal-Ramautar zei dat dit geval geleid heeft tot oplossen van deze specifieke gevallen. Zij vertelde dat de familiegedachte op een gegeven moment ook begon te veranderen op Curaçao. In 1924 is een eerste poging gewaagd om dit te ordenen door een Landsverordening op de eigendomsuitwijzing, met name voor de familiegronden en onverdeelde en onbeheerde nalatenschappen  ingevoerd, met als bedoeling, deze op te lossen.

Akkal- Ramautar is in 1998 afgestudeerd aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname (AdeKUS). Zij heeft daarna op diverse ministeries haar diensten bewezen. Op een gegeven moment heeft zij de ambtenarij verlaten om het bedrijfsleven in te gaan en daar haar diensten bewezen aan de FATUM en de Finabank. Zij heeft ook zitting gehad in de Staatsraad en de Deviezencommissie. Vanaf 2001 is zij verbonden aan de AdeKUS en bekleedt zij thans de functie van wetenschappelijk medewerkster. Op 9 oktober 2015 heeft zij met goed gevolg haar proefschrift verdedigd aan de Open Universiteit in Nederland met als titel: ‘Boedelproblematiek in Suriname over vereffening van onverdeelde boedel of onbedeelde grondenrechten op plantagegronden’.

-door Johannes Damodar Patak-

 

More
articles