De NPS-parlementariër Patricia Etnel en de VHP-wetgever Krishna Mathoera zijn geen voorstander van pensioenuitkeringen aan ministers die gediend hebben tijdens de revolutionaire periode. Dit hebben zij gisteren duidelijk gemaakt tijdens de openbare commissievergadering de nadere wijziging van de Wet financiële voorzieningen ministers en onderministers. Het gaat om ministers en onderministers die in de periode maart 1980-januari 1988 en januari 1991 –september 1991 gediend hebben. Volgens Mathoera is er door de slechte financiële situatie in het land, absoluut geen noodzaak voor zo een voorziening, terwijl ze zich afvraagt of er mensen in de groep zitten, die nu niet in staat zijn om zonder dit pensioen in hun levensonderhoud te voorzien. Zij zei dat dit niet het moment is, omdat delen als gevolg van het gevoerde economisch beleid, arm zijn geworden en derhalve compensatie vragen. Volgens har zou het zeer onrechtvaardig zijn als politieke toppers prioriteit krijgen terwijl de roep van de armen wordt genegeerd.
In 1994, tijdens de regering Venetiaan, is er een aanpassing gekomen op de Wet financiële voorzieningen ministers en onderministers. Hierin werd bepaald, dat ministers en onderministers alleen aanspraak maken op pensioenen, indien zij de functies hebben vervuld als resultaat van gehouden vrije, algemene en geheime verkiezingen. Op basis van deze wet krijgen ministers en onderministers uit de periode van de revolutie en de telefooncoup van 1991 geen pensioen. In 2014 is een ontwerpwet ingediend bij De Nationale Assemblee om de pensioenregeling van de gewezen ministers en onderministers, in orde te maken. Volgens Rosellie Cotino, voorzitter van de commissie van rapporteurs, was dit een denkfout die nu gecorrigeerd moet worden. “Zij hebben ook recht op pensioen, omdat zij tijdens hun bewind, ook rechtsgeldige besluiten hebben genomen. Zij mogen daarvan niet onthouden worden”, aldus Cotino. Ook Patricia Etnel van de NPS bekritiseerde deze ontwerpwet. Zij gaf aan dat er op dit moment mensen in de samenleving zijn die niet eens een pakje brood kunnen kopen met het pensioen dat ze ontvangen. Zij vroeg zich daarom af waarom niemand zich bekommert of een wet indient om ervoor te zorgen dat de waardeloze pensioenen van Bruynzeel Suriname Houtmaatschappij waardevast worden gemaakt. Zowel Etnel als Mathoera vindt dat er op dit moment andere groepen in de samenleving zijn, die prioriteit genieten. Beiden benadrukken dat het goedkeuren en toepassen van deze wet meer druk zullen uitoefenen op de staatskas. Volgens Etnel moet ook de kwestie dat ministers na een jaar te hebben gezeten ook al aanspraak maken op financiële privileges, opnieuw bekeken worden.
door Priscilla Kia