Ruben Rozendaal, een van de verdachten in het 8 Decemberstrafproces, heeft vandaag tijdens een openbare zitting van de Krijgsraad aan de Wulfinghstraat, door het Openbaar Ministerie (OM) tien jaar celstraf tegen zich horen eisen. Iwan Dijksteel en Ernst Geffery mogen van auditeur-militair Roy Elgin voor twintig jaar de cel in. Rozendaal was persoonlijk aanwezig op de zitting. Hij was een van de leden van de groep van zestien. Elgin heeft een requisitoir van ongeveer een uur gehouden voordat hij zijn strafeis voorlas. Zelf had Rozendaal vrijspraak verwacht. Elgin vindt hem schuldig aan moord. Omdat Rozendaal spijt betuigd heeft en meegewerkt heeft aan het onderzoek, heeft hij strafvermindering gehad. Het OM vindt dat er wettig en overtuigend bewijs is tegen Geffery en Dijksteel, namelijk schuldig aan moord op de vijftien mannen in Fort Zeelandia. Op 30 januari 2018 zullen de raadsmannen van de verdachten hun pleidooi houden. Volgens Elgin wordt Dijksteel volledig aansprakelijk gesteld voor de moorden, ondanks dat hij geen deel uitmaakte van de beraming van het moordplan.
Hij gaf aan dat het forensisch onderzoek uitwijst dat Dijksteel met zijn vuistvuurwapen heeft geschoten op de slachtoffers. Tijdens zijn verhoor in 2011, ontkende Dijksteel dat hij deel uitmaakte van het vuurpeloton op 8 december 1982. Dit ondanks dat getuigen, waaronder Onno Flohr en ex- militair Sammie Monsels, gezien hebben dat Dijksteel heeft geschoten op John Baboeram en Harold Riedewald. Dijksteel was geen lid van de groep van zestien. Hij was de lijfwacht van toenmalig bevelhebber Desi Bouterse, die tevens hoofdverdachte in het 8 decemberproces is.
De verdachte Geffery heeft tijdens zijn verhoor in 2012 gezegd dat hij niet aanwezig was in het fort, ook al beweren getuigen hem gezien te hebben. Volgens Geffery hebben de getuigen zich vergist met de groep van zestien. Geffery zei dat hij op 7 en 8 december 1982 bij de marine was. Hij gaf wel toe dat hij aanwezig was toen Cyrill Daal werd opgehaald. Volgens Geffery was hij hierin gerold, doordat hij elke morgen meereed met Roy Tolud van de groep van zestien. Ook op 8 december reed hij mee met Tolud, samen met andere mannen. Zij reden toen naar het huis van Daal, maar volgens Geffery is hij niet naar binnen geweest.
In mei 2010 heeft de verdachte onder ede verklaard, dat de toenmalige bevelhebber Desi Bouterse niet aanwezig was in Fort Zeelandia op 8 december 1982. Echter kwam Rozendaal in maart 2012 terug op zijn verklaring en legde hij nogmaals onder ede af dat Bouterse wel aanwezig was in het fort en dat hij Surindre Rambocus en Daal persoonlijk heeft doodgeschoten. Volgens Rozendaal wist hij niet dat de vijftien critici van het militair bewind vermoord zouden worden. Hij heeft samen met anderen Andre Kamperveen en Fred Derby opgehaald en afgeleverd op het fort. Daarna kreeg hij de opdracht om de gebouwen van de Moederbond en Radika in brand te steken, samen met Roy Esajas en Dijksteel.
Rozendaal die dialysepatiënt is, zei in 2012 bij de Krijgsraad dat hij geen moordenaar is en dat hij niet wil dat zijn nazaten hieronder gebukt gaan. Het enige wat Rozendaal wil, is dat de waarheid wordt verteld. Hij verklaarde dat hij die bewuste dag rond half zes terugkwam naar het fort op zoek naar Paul Bhagwandas. Hij werd naar boven verwezen en trof diverse lijken aan. Volgens Rozendaal is hij een vertrouweling van Bouterse geweest en hebben zij vaak over de decembermoorden gesproken. “Bouterse kan vergeleken worden met de Godfather”, aldus Rozendaal bij de Krijgsraad in 2012. Ook verklaarde hij dat hij wapens importeerde en dat deze door Bouterse werden geruild met de Farc voor drugs.
Hij blijft erbij dat Bouterse een crimineel is en dat hij had voorgelogen dat de vijftien critici zijn opgehaald om een coup te plegen. “Ik heb hem toen geloofd, maar achteraf bleek dit niet waar te zijn”, aldus Rozendaal. Volgens hem was Bouterse van 7 december tot 8 december ’s middags in het fort. Zelf heeft Rozendaal de lijken om half zes in de ochtend van 8 december gezien.