De Surinaamsche Bank niet transparant over cijfers en organisatie

Woensdag 27 september jongstleden vond de algemene vergadering van aandeelhouders van De Surinaamsche Bank over boekjaar 2016 plaats, nog net binnen de daarvoor in de statuten gestelde termijn, maar twee maanden na datering van het jaarverslag. De bank rapporteert een groot verlies van SRD 191 miljoen. De toevoeging aan de voorziening voor kredietverliezen van SRD 270 miljoen zou de belangrijkste oorzaak zijn van het verlies. In het jaarverslag gaat de bank niet in op de achterliggende oorzaken van het verlies. Tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders werden kritische vragen hierover niet beantwoord. De vragenstellers werden geschoffeerd door de directie en de raad van commissarissen die niet wilden terugblikken, maar vooruitkijken.

Lijken uit de kast

Kort nadat ik als directielid ad interim in maart 2016 aantrad, constateerde ik dat de financiële positie en de resultaten van de bank allesbehalve rooskleurig waren. De bank stevende af op een fors verlies. Toen ik dat kenbaar maakte, leidde dat vooral tot boosheid en onbegrip bij de ‘oude garde’ in de directie. De situatie werd er niet beter op toen ik vaststelde dat de bank grote verliezen maakte op het product ‘sale & buy back’ en krediet verschafte aan een grote klant tegen een extreem lage, niet marktconforme rente. Belangenverstrengeling werd vermoed. In de loop van 2016 werd duidelijk dat kredieten waren verstrekt aan partijen die onvoldoende kredietwaardig waren. De toevoegingen aan de voorziening voor kredietverliezen liepen snel op. Al in april 2016 bleek dat het noodzakelijk was om de financiële positie en de resultaten van de bank te verbeteren, maar er is – afgezien van heel veel praten door de directie, de commissarissen en de Centrale Bank – niets gerealiseerd tot ver in 2017. De overheid beloofde vroeg in 2017, rond het vertrek van de toenmalig CEO, alle steun te verlenen en zegde toe het aandelenkapitaal te gaan versterken. Dat is nooit gebeurd omdat de overheid – de grootste dubieuze debiteur van de bank – eerst honderden miljoenen SRD aan dikwijls achterstallige leningen had moeten aflossen. Pas in mei 2017 is de financiële positie enigszins versterkt door plaatsing van USD 10 miljoen achtergestelde lening. Rond deze tijd zijn tevens enkele deelnemingen afgestoten waardoor de BIS-ratio iets verbeterde.

Was 2016 werkelijk zo’n slecht jaar voor de bank? Misschien was 2016 wel het beste jaar ooit. Er is rommel opgeruimd en de lijken zijn vermoedelijk uit de kast. Ik hoop dat het De Surinaamsche Bank op termijn daadwerkelijk beter gaan.

Organisatie

In 2016 heb ik de nieuwe organisatie-inrichting ontworpen die in de loop van het jaar is gerealiseerd. Het is teleurstellend om te lezen in het jaarverslag dat bepaalde functies en taken daarna anders zijn verdeeld. De leiding van de bank dreigt te vervallen in de foute Surinaamse managementcultuur. De macht concentreert zich rond de CEO die ook verantwoordelijk is voor ‘human resources’ en ‘compliance’ en waarneemt als Chief Financial & Risk Officer. Dat is een ongewenste functievermenging. De laatste directiefunctie wordt in het organogram onjuist aangeduid als ‘Chief Financial Risk Officer’, een subtiel maar belangrijk verschil.

De risicobeheersing was jarenlang onderontwikkeld binnen de bank. Om hieraan tegemoet te komen, heb ik in 2016 een structuur ontwikkeld volgens het COSO-model, waaronder een afdeling ‘Risk & Compliance’ onder leiding van een CRO. Inmiddels heeft de CRO de organisatie verlaten en is de toegevoegde waarde van de afdeling ‘Risk & Compliance’ teniet gedaan door deze te versnipperen over meerdere onsamenhangende functies onder verscheidene directoraten. Wil men geen stevige risicofunctie hebben binnen de organisatie? De broze financiële functie is ‘onthoofd’ door pensionering van de CFO en het opstappen van de Department Manager. De bank heeft thans een eenhoofdige statutaire directie. Dat is in strijd met de wet en het eerdere besluit van de raad van commissarissen om de gehele directie statutair te laten zijn.

Jaarrekening

De jaarrekening voldoet niet geheel aan de vereisten en geeft onvoldoende inzicht in de gebeurtenissen in 2016. Suriname kent nog geen wet- en regelgeving of standaarden voor de inrichting van de jaarrekening.

Ik stelde in 2016 vast dat de bank verlies leed op het product ‘sale & buy back’. Dat verlies is voor tientallen miljoenen SRD toerekenbaar aan oude boekjaren. De bank had deze verliezen moeten verwerken in de vergelijkende cijfers over voorgaande boekjaren en het overzicht ‘Vijf jaar geconsolideerde kerncijfers’, maar dat is niet gebeurd. Deze cijfers zijn dus niet juist. De voorzienbare verliezen als gevolg van een krediet aan een grote klant tegen een extreem lage, niet marktconforme rente, bedragen ook tientallen miljoenen SRD. Het is niet duidelijk of de bank met deze verliezen rekening heeft gehouden en of deze in de cijfers over 2016 zijn verwerkt. Het jaarverslag rept er niet over.

Een grote fout in de BIS-ratio eind 2015 is niet gecorrigeerd. De BIS-ratio van 10,7% volgens het jaarverslag over 2015, iets bijgesteld naar 10,3% in het verslag over 2016, was waarschijnlijk ongeveer 8,5%. De BIS-ratio eind 2016 zou 0,67% zijn. Dat is vanzelfsprekend een onbestaanbare situatie, dichtbij faillissement. Ik vraag mij af of deze BIS-ratio goed is berekend.

Het kasstroomoverzicht vertoont grote gebreken. Het resultaat vóór belastingen wordt om onbegrijpelijke redenen gecorrigeerd voor de perpetuele obligatielening en de rentemarge maar niet voor de mutatie in de voorziening voor kredietverliezen. Op de regel kredietverlening worden geen kasstromen weergeven maar de mutatie in de balansposten.

Een aantal belangrijke elementen in een jaarrekening van een bank ontbreekt in het geheel. De bank geeft geen inzicht in de liquiditeit van de balans, de rentegevoeligheid van posten op de balans, het verloop van de voorziening voor kredietverliezen en de opbouw en berekening van de solvabiliteit en de BIS-ratio. Het verloop van de elementen van het eigen vermogen is niet gespecificeerd en niet toegelicht. Het belangrijkste gemis is zonder meer de gebrekkige toelichting op de veronderstelling dat de bank haar activiteiten duurzaam kan voortzetten met een gerapporteerd BIS-ratio eind 2016 van 0,67% en een gerapporteerd verlies over 2016 van SRD 191 miljoen.

Tot slot

Klanten en aandeelhouders van de bank vragen zich terecht af hoe de directie van de bank, de raad van commissarissen en de Centrale Bank, de problemen bij de bank gedurende de afgelopen jaren niet hebben gezien. Het had de algemene vergadering van aandeelhouders niet misstaan wanneer zij de directie de jaarrekening hadden laten verbeteren en de directie en de raad van commissarissen nog geen décharge hadden verleend.

Ingezonden

Amsterdam, J.W. Moison, 30 september 2017

More
articles