De vakbeweging, te weten de Progressieve Vakcentrale C-47, de Bond van Leraren (BvL), de Alliantie voor Leerkrachten in Suriname (ALS), Progressieve Werknemers Organisatie (PWO), de Federatie van Agrariërs en Landarbeiders (FAL) en de Bond Personeel van het Ministerie van Onderwijs (BPMO), hebben een gezamenlijk standpunt ingenomen ten aanzien van de handelingen die gepleegd zijn tegen leden van de BvL en de ALS door functionarissen van het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (MinOWC).
Volgens Robby Berenstein, voorzitter van C-47, gaat het om vakverenigingsvrijheden die geschonden worden. De vakbeweging heeft president Desiré Bouterse vandaag in een brief gevraagd erop toe te zien dat de leiding van het MinOWC in overleg treedt met de BvL en ALS omtrent het terugdraaien van maatregelen die hun vakverenigingsvrijheden en die van hun leden schenden c.q. beperken.
De minister heeft gisteren een onderhoud gehad met de BvL en de ALS, maar dit heeft niets opgeleverd.
Op basis hiervan is Berenstein van mening dat het verzoek aan de president overeind blijft staan. Ook dient het verzoek deze maand nog behandeld te worden, omdat het komend schooljaar in oktober aanvangt.
De brief van de vakbeweging aan de president richt zich op vier verschillende aspecten, namelijk de in het vooruitzicht gestelde schorsing van drie dagen voor honderden leerkrachten in het openbaar onderwijs die in de maand juni 2017 gebruik hebben gemaakt van hun stakingsrecht, de bestuursleden en shopstewards van BvL en ALS die ingaande het komend schooljaar, zonder enige afstemming niet meer worden vrijgemaakt voor het vakbondswerk, het intrekken van de vrijstelling van leerkrachten die op verzoek van c.q. vanwege afspraken met BvL en ALS waren vrijgesteld voor verscheidene projecten die de actoren in het onderwijsproces ten goede komen, welke zonder afstemming is geschied en het overplaatsen van leerkrachten die het afgelopen schooljaar noodgedwongen gebruik hebben gemaakt van hun stakingsrecht of die werkzaam zijn op een school alwaar leerkrachten gebruik hebben gemaakt van voornoemd stakingsrecht.
De vakbeweging noemt de handelingen jegens de BvL en de ALS rancuneus en merkt op dat de voornoemde ontwikkelingen geïnitieerd door de Staat Suriname, niet alleen verontrustend zijn voor de zogeheten onderwijsbonden en hun leden, maar ook voor de totale vakbeweging. Volgens de vakbeweging zijn de BvL en ALS bereid om een constructieve dialoog te voeren met de leiding van het MinOWC om een goede start, loop en afsluiting van het komend schooljaar te garanderen, maar de bovengeschetste ontwikkelingen c.q. acties vanuit de leiding van het ministerie, zullen volgens de vakbeweging niet leiden tot de hoognodige rust waaraan alle actoren in het onderwijsproces, met name de leerlingen, toe zijn.
door Priscilla Kia