Minister Robert Peneux van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, installeerde op dinsdag 8 augustus 2017 een werkgroep met als doel de opzet van een Nationaal Instituut Studiebeurzen. Het instituut zal de uitgifte van beurzen en trainingen coördineren. De commissie staat onder voorzitterschap van Ulrich Rodgers, beleidsadviseur op het ministerie.
De werkgroep heeft als taak: het gunstig maken van de huidige aanbod van beurzen en de benutting daarvan; het evalueren van de bestaande structuur van Bureau Onder-wijsinformatie en Studiefaciliteiten; het inventariseren van beurzen,opleidingen en trainingen; en het ontwikkelen van een nieuwe structuur van de coördinatie van studiebeurzen, opleidingen en trainingen.
“Deze commissie zal zorgdragen voor alles dat te maken heeft met opleidingen, trainingen voor ambtenaren. Ook alles dat te maken heeft met het hoger onderwijs, mensen die moeten promoveren, mensen met PHD-beurzen”, aldus de minister. Het instituut moet volgens hem dus multifunctioneel zijn.
“Het aanvragen van beurzen duurt soms veel te lang of de aanvraag komt veel te laat binnen, waardoor studenten de deadline missen. Wij zitten in een fase van transitie binnen het onderwijs. U zult met actoren moeten praten en moeten brainstormen om te komen tot uw doel”, deelde de bewindsman de commissie verder mee.
In de commissie zijn leden van verschillende ministeries opgenomen en ook deskundigen in de talen: Nederlands, Engels en Spaans. De overige leden zijn: Mildred Ramautar (BuZa), Hildegard Dinmohamed (MinOWC), Vanessa Karwafodi Rijkland (BuZa), Marianne Monkou (MinOWC), Ernst Wever (BiZa), S.Soetosenojo (Arbeid), Iris Sandel (Financiën), Renata de Bies (Adek), Marcia Dankerlui (IOL), R. Abdoelrahman (NOB). De commissie heeft vijf maanden de tijd om het Nationaal Instituut Studiebeurzen op te zetten.