De definitieve overeenkomst tussen Suriname en Alcoa moet eind dit jaar een feit zijn. Partijen zijn nu druk bezig te onderhandelen. “Niets is geheimzinnigs of wordt uit de duim gezogen”, zei minister Regilio Dodson van Natuurlijke Hulpbronnen (NH).

Hij ging gisteren in De Nationale Assemblee (DNA) in op vragen die gesteld werden door assembleeleden met betrekking tot de Alcoa-kwestie. Dodson gaf ook aan, dat het recente bezoek van de regering aan Moengo, een teken is dat de staat en de Alcoa een goede band met elkaar wensen na te streven. Zo zou de Alcoa zelfs enkele bezittingen gelijk willen overdragen aan de staat, omdat de zaak zo laten, ervoor zorgt dat er nog meer verval optreedt. Hij noemde onder meer de Racarac brug, Nassau basis exploratiekamp met opstallen, het Coermoetibo havencomplex en de opstallen van het Moengo Stafdorp. Deze overdracht is bedoeld om kapitaalvernietiging te voorkomen. Dodson betreurt het dat zaken door sommige personen anders naar buiten worden gebracht, terwijl de regering een duidelijk pad bewandelt om de beste oplossing te kiezen. Dodson benadrukt dat de voorstellen tot het beëindigden van de Brokondo overeenkomst zonder meer naar het parlement opgestuurd zullen worden ter goedkeuring. “Hierover kan er geen misverstand bestaan”, aldus de bewindsman. Zaken worden volgens Dodson teveel door elkaar gehaald. De minister dook ook even de geschiedenis in om het parlement een duidelijk beeld te geven van wat er allemaal heeft plaatsgevonden. Met betrekking tot de milieukwestie, zegt de bewindsman dat het niet zo is dat de regering gemijnde gebieden zal terugnemen zonder dat er rehabilitatie plaatsvindt.

Rehabilitatie conform de Amerikaanse wetgeving is bedongen vanwege Suriname. Er is reeds een milieurapport uitgebracht door een bureau uit London en er komt een vervolgrapport. Alle kosten voor het rehabiliteren van de uitgemijnde gebieden zullen door Alcoa worden gedragen. De presidentiële commissie onderhandelt niet over het Paranam Industriecentrum, omdat dat een eigen initiatief betreft dat niets te maken heeft met de Brokopondo overeenkomst. Zowel na het betoog van president Desi Bouterse als minister Dodson, heeft het parlement gevraagd om de eindovereenkomst op te sturen, zodat ze zich daarover kan buigen. Voor het vroegtijdig beëindigen van de Brokopondo overeenkomst is namelijk goedkeuring van het parlement nodig. Chan Santokhi (VHP) verwacht een nationale en transparante opstelling van de regering. Hij wacht op de definitieve overeenkomst zodat er verder gewerkt kan worden. Hij wees de regering erop dat er nog teveel ruis is die ze moet wegwerken. Hij riep de regering op zich niet te laten afschrikken door de houding van de multinational, maar ervoor te zorgen dat het Surinaams belang gediend wordt. De continuïteit van de bauxietsector is goed te noemen. DOE-voorzitter Carl Breeveld wilde van de regering weten hoe het plaatje met betrekking tot de milieuschade eruit ziet. Hij vroeg zich ook af of er overdrachtsdocumenten zijn getekend. Gregory Rusland (NPS) was minder gecharmeerd over de uitspraken als zou de toenmalige regering Venetiaan de kans voorbij hebben laten gaan toen de BHP met een duidelijk plan kwam. Rusland, toen minister van Natuurlijke Hulpbronnen, stelde dat afgesproken werd om de bauxietsector een betere kans van slagen te geven om de Alcoa in positie te brengen. Toen stond het gehele parlement achter de plannen van de toenmalige regering. Er waren vergevorderde plannen waarbij ze richting Nassau zou gaan zodat er genoeg bauxiet was om tot 2020 de raffinaderij te voorzien. Rusland wil zich niet verschuilen achter wie wel of niet fout was, maar wees erop dat president Bouterse in 2014 bericht kreeg van de Alcoa dat de regering niets van zich laat horen. “Het gaat niet erom wie fout is, maar als de regering gewijzigde inzichten heeft, moet ze het parlement correct informeren”, zei Rusland. Hij riep op ervoor te zorgen dat Suriname het grootste voordeel eruit haalt en niet te focussen op wie in de fout is gegaan.