TAPAJAI WEL OF NIET?

Hoe zien we onze energievoorziening in de toekomst? Willen we haar grotendeels blijven opwekken door middel van het  verbruik van fossiele brandstoffen? Willen wij blijven rekenen op het verkrijgen van elektrische energie uit waterkracht, of kijken we uit naar andere mogelijkheden, zoals stroom uit windmolens.  Op het ogenblik is daar nog zeker geen duidelijkheid over en worden er slechts ongefundeerde wenselijkheden naar voren gebracht en aan de gemeenschap kenbaar gemaakt. Een plan waar al decennialang over wordt gesproken en zeker een uitkomst zou bieden met als basis meer energie uit waterkracht, betreft het Tapajaiproject, waarbij water uit de Jaikreek en de Tapanahonyrivier gekanaliseerd zou kunnen worden naar het bestaande Van Blommesteinmeer. Het is al jaren zo, dat in vooral de grote droge tijd, het stuwmeer in Brokopondo een dusdanig laag water niveau kan bereiken, waardoor er niet voldoende water is om de turbines in de Brokopondo Krachtcentrale optimaal te laten functioneren.  Om te voorkomen dat er hierdoor een energiecrisis zou kunnen ontstaan, heeft een studie uitgewezen, dat toevoeging van water aan dit meer, een dergelijke crisis zou kunnen voorkomen.  Aan het Tapajaiproject is een gedegen studie vooraf gegaan en men is tot de conclusie gekomen, dat er geen groot watergebrek hoeft te ontstaan in de waterwegen Jaikreek en Tapanahonyrivier.  Er zouden zelfs voorzieningen getroffen kunnen worden, waardoor de waterafname in de voormelde waterwegen kan worden beperkt.  Hiermede zou de angst die bestaat bij lokale bewoners, weggenomen worden.  Ook staat niet vast dat men in die gebieden niet zal worden aangesloten op het elektriciteitsnet  en dat daarom het bezwaar tegen dit project, voorbarig en zelfs misplaatst is. Opeenvolgende regeringen hebben verzuimd de lokale Aucaanse en Wayana inwoners op een gedegen en uitvoerige wijze te vertellen, wat het project eigenlijk inhoudt en dat er geen angst hoeft te bestaan, dat de voormelde waterwegen droog zouden komen te liggen. Bij het op enorme schaal onttrekken van water uit met name de Tapanahony, zou ook de Marowijnerivier over minder water komen te beschikken, hetgeen voor spanningen met de Fransen zou kunnen leiden. De uitvoering van het Tapajaiproject komt maar niet van de grond omdat men vermoedelijk van overheidswege de noodzaak in al die jaren niet heeft ingezien. Dat men thans het voornemen heeft toch met wat meer aandacht naar dit project te kijken, is toe te juichen. Echter geloven wij dat het ook nu weer niet meer dan een voornemen betreft, gezien de financiering die in de vele miljoenen dollars zal lopen.  Ook zal de overheid het voortouw moeten nemen om de lokale gemeenschappen uitvoerig en eerlijk te vertellen, wat het project inhoudt en wat voor voor- en nadelen het voor hen zal kunnen hebben. Daar is toch nog toe onvoldoende aandacht aan besteed. Op zich is het Tapajaiproject niet slecht, alleen dient men serieus te gaan bezien of men het nu wel of niet wenst uit te voeren.Hoe zien we onze energievoorziening in de toekomst? Willen we haar grotendeels blijven opwekken door middel van het  verbruik van fossiele brandstoffen? Willen wij blijven rekenen op het verkrijgen van elektrische energie uit waterkracht, of kijken we uit naar andere mogelijkheden, zoals stroom uit windmolens.  Op het ogenblik is daar nog zeker geen duidelijkheid over en worden er slechts ongefundeerde wenselijkheden naar voren gebracht en aan de gemeenschap kenbaar gemaakt. Een plan waar al decennialang over wordt gesproken en zeker een uitkomst zou bieden met als basis meer energie uit waterkracht, betreft het Tapajaiproject, waarbij water uit de Jaikreek en de Tapanahonyrivier gekanaliseerd zou kunnen worden naar het bestaande Van Blommesteinmeer. Het is al jaren zo, dat in vooral de grote droge tijd, het stuwmeer in Brokopondo een dusdanig laag water niveau kan bereiken, waardoor er niet voldoende water is om de turbines in de Brokopondo Krachtcentrale optimaal te laten functioneren.  Om te voorkomen dat er hierdoor een energiecrisis zou kunnen ontstaan, heeft een studie uitgewezen, dat toevoeging van water aan dit meer, een dergelijke crisis zou kunnen voorkomen.  Aan het Tapajaiproject is een gedegen studie vooraf gegaan en men is tot de conclusie gekomen, dat er geen groot watergebrek hoeft te ontstaan in de waterwegen Jaikreek en Tapanahonyrivier.  Er zouden zelfs voorzieningen getroffen kunnen worden, waardoor de waterafname in de voormelde waterwegen kan worden beperkt.  Hiermede zou de angst die bestaat bij lokale bewoners, weggenomen worden.  Ook staat niet vast dat men in die gebieden niet zal worden aangesloten op het elektriciteitsnet  en dat daarom het bezwaar tegen dit project, voorbarig en zelfs misplaatst is. Opeenvolgende regeringen hebben verzuimd de lokale Aucaanse en Wayana inwoners op een gedegen en uitvoerige wijze te vertellen, wat het project eigenlijk inhoudt en dat er geen angst hoeft te bestaan, dat de voormelde waterwegen droog zouden komen te liggen. Bij het op enorme schaal onttrekken van water uit met name de Tapanahony, zou ook de Marowijnerivier over minder water komen te beschikken, hetgeen voor spanningen met de Fransen zou kunnen leiden. De uitvoering van het Tapajaiproject komt maar niet van de grond omdat men vermoedelijk van overheidswege de noodzaak in al die jaren niet heeft ingezien. Dat men thans het voornemen heeft toch met wat meer aandacht naar dit project te kijken, is toe te juichen. Echter geloven wij dat het ook nu weer niet meer dan een voornemen betreft, gezien de financiering die in de vele miljoenen dollars zal lopen.  Ook zal de overheid het voortouw moeten nemen om de lokale gemeenschappen uitvoerig en eerlijk te vertellen, wat het project inhoudt en wat voor voor- en nadelen het voor hen zal kunnen hebben. Daar is toch nog toe onvoldoende aandacht aan besteed. Op zich is het Tapajaiproject niet slecht, alleen dient men serieus te gaan bezien of men het nu wel of niet wenst uit te voeren.
****
Het assembleelid Marinus Bee (Abop), heeft de wens uitgesproken dat de overheid de Kinderbijslag voor gezinnen met meer dan vier kinderen, uitbreidt. Volgens Bee zou de Surinaamse regering daartoe moeten besluiten, omdat het in Frans-Guyana wél kan en hij van mening is dat het daarom hier ook mogelijk zou moeten zijn. Bee vergeet één ding, dat is dat Frans-Guyana een departement is van het grote Frankrijk en dat deze EU-lidstaat een veel sterkere financiële uitgangspositie heeft dan Suriname dat met enorme financiële tekorten kampt en midden in een zware crisis verkeert. Bee tracht duidelijk mensen met grote gezinnen (meer dan 4 kinderen) te bevoordelen, terwijl hij heel goed weet, dat de overheid het geld voor een dergelijke voorziening ontbeert en juist nu tot ernstige bezuinigingen verplicht is over te gaan wil ze uit deze benaderde financiële crisis geraken. Juist onder de huidige omstandigheden waarbij het gebruik van anticonceptiemiddelen voor iedereen mogelijk is, dient men aan geboortebeperking te doen en niet te gaan leunen op Lanti voor  nog meer financiële steun. Wanneer je voldoende verantwoordelijkheidsbesef hebt en weet dat je, gezien je inkomsten, niet meer dan vier kinderen kan verzorgen, moet je die ook niet verwekken.  De overheid heeft zeker niet de taak en of de verplichting om regels te gaan wijzigen, omdat bepaalde mensen zich niet aan geboortebeperking wensen te houden. Kinderbijslag mag er zeker niet toe leiden dat bepaalde mensen de uitkeringen misbruiken, om zo dan werkeloos te blijven.  Bee dient te begrijpen dat de regering ernstige financiële tekorten heeft en door bezuinigingen een crisis moet overleven en dat onder deze omstandigheden het verhogen van de Kinderbijslag ongepast is.

More
articles