Heeft ons toetreden tot de Caricom ons nou groot voordeel of nadeel opgeleverd ? Een vraag die velen zich binnen opeenvolgende regeringen hebben gesteld en waar tot op heden volgens ons geen concreet antwoord op is gegeven. Feit is wel dat wij als meest oostelijk gelegen lid van de Caribische club altijd een vreemde eend in de bijt zijn gebleven. Suriname werd in de jaren ’90 van de vorige eeuw lid van de Caricom na behoorlijke tegenwerking van oud-lid Guyana. De toenmalige regering vond het lidmaatschap wel noodzakelijk en Suriname trad toe. Producten uit de Caricom landen zouden invoerrechtenvrij tussen de lidlanden kunnen worden verstuurd en de handelsbarrières zouden daarbij grotendeels wegvallen. Suriname heeft na zijn toetreding dan ook heel wat producten uit met name Trinidad & Tobago en Guyana zijn grenzen binnengehaald. Loop je thans een supermarket binnen, dan is het niet moeilijk tal van producten uit met name Trinidad & Tobago aan te treffen die in vergelijking met goederen uit andere delen van het westelijk halfrond, redelijk in prijs zijn. Maar toch zijn er zaken die de Surinaamse ondernemer niet lekker zitten, vooral als het gaat om de verhouding met Trinidad & Tobago. Neem nou de ondernemer Van den Berg die zijn producten maar niet kan afzetten op de Trinidadiaanse markt, omdat hij voortdurend wordt gesaboteerd. De Trinidadianen willen hiermede duidelijk hun eigen producenten beschermen en houden de producten van Van den Berg nadrukkelijk af. Ook onze nationale carrier ondervindt een zwaar oneigenlijke concurrentie van de Trinidadiaanse luchtvaartonderneming ‘Caribbean Airlines’ die landingsrechten heeft in Suriname als lidmaat van de Caricom maar heeft enorme voordelen, omdat haar brandstof zwaar gesubsidieerd wordt door de Trinidadiaanse regering en daardoor ook goedkoper de routes in het Caribisch gebied kan onderhouden. Ze kan dus winstgevender ten opzichte van onze SLM opereren op vrijwel dezelfde regionale routes. En als we het bij het rechte eind hebben zit het met de handelsbalans tussen Suriname en Trinidad & Tobago zeker niet zoals het zou moeten wezen. De vraag die dan ook rijst is of het lidmaatschap van ons land met de Caribische organisatie wel groot voordeel voor ons land heeft opgeleverd. Bepaalde zakenlui zijn echter van mening dat er nog steeds te veel barrières door Caricom-lidstaten voor Suriname worden opgeworpen en dat wij te veel hoge verwachtingen hebben gekoesterd van de participatie in de Caricom. De Surinaamse regering zal daarom volgens deze zakenlieden, een grondige evaluatie moeten maken van ons lidmaatschap om te bepalen of we moeten blijven zitten in deze overwegend Engelse club of toch hard moeten gaan nadenken over een Suxit.
****
We hebben thans te maken met een zeer precaire financieel-economische situatie in ons land. Een situatie die gekenmerkt wordt door een instabiele wisselkoers en regelmatig stijgende prijzen die het leven ondraaglijk maken voor velen. Te midden van deze toenemende tarieven voor tal van zaken, zien we een fenomeen dat totaal als onrealistisch kan worden aangemerkt. Men geeft er om onverklaarbare redenen de voorkeur aan tarieven te berekenen die totaal onrealistisch zijn en tot nadeel werken van personen en instituten. Tarieven berekenen voor goederen of diensten op basis van een reeds lang achterhaalde wisselkoers is niet alleen dom, maar in strijd met de werkelijkheid. Zulks geldt voor de tarieven van onder andere de medische zorg , het onderwijs, het transport, handelsproducten, een loonstructuur, kortom alles dat door devaluaties van een nationale munteenheid en als gevolg daarvan optredende inflatie, wordt doorberekend. Geen enkel persoon met gezond verstand en ter verdediging van goed bestuur, kan daarom accepteren dat derden van hem of haar verwachten of zelfs eisen, dat hij of zij tarieven samenstelt die in strijd zijn met de realiteit en de wisselkoersverhoudingen. Op het moment dat een overheid de nationale munt devalueert of wisselkoersen overlaat aan een mechanisme van vraag en aanbod, moet ze ook kunnen accepteren dat lokale prijzen langzaam of snel zullen stijgen. Ze mag er normaal gesproken dan ook geen remmende factor meer op inbrengen. Leidinggevenden op scholingsinstituten die tarieven voor schoolopleidingen berekenen op basis van koersen die lager dan SRD 7.65,- voor een dollar liggen, houden zichzelf voor de gek en brengen bewust het instituut in problemen, want financiële tekorten zullen zich zeker binnen de kortste keren manifesteren. Het is daarom verstandig eerlijk te blijven tegenover jezelf en het opleidingsinstituut en de juiste calculaties maken en de tarieven op basis daarvan te presenteren. Er is inderdaad geen houden aan en de huidige verhogingen zijn gewoon het gevolg van de enorme ontwaarding van onze SRD.