Het uitbaggeren van de ondiepe Surinamerivier van de monding tot de Dr. Jules Sedney Haven en verder stroomopwaarts, is een wens die vele opeenvolgende regeringen vanaf lang voor de staatkundige onafhankelijkheid hebben gekoesterd. Het is geen geheim dat de Surinamerivier veel te ondiep is om grote vrachtvaarders een doorgang te kunnen garanderen. Op bepaalde plaatsen is de rivier niet dieper dan 6 meter en kunnen schepen alleen maar bij hoogtij de Dr. Jules Sedney Haven bereiken. Het is dan ook noodzakelijk de rivier uit te baggeren om hem dieper te maken waardoor schepen met een aanzienlijke diepgang onze havens kunnen bereiken. Echter is het wél zo, dat eenmaal uitgebaggerd, er regelmatig onderhoud zal moeten plaatsvinden door een baggerbedrijf, omdat de rivieren van de Guyana’s ernstig last ondervinden van dichtslibben. Het slib wordt namelijk aangevoerd door de Amazonerivier en maakt de belangrijke waterwegen van de Guyana’s na enige tijd weer ondiep. Het is dus niet zo, dat na de baggerwerkzaamheden we ons niet meer druk hoeven te maken over het ondiep geraken van bijvoorbeeld de Surinamerivier. Nautici die vertrouwd zijn met de situatie van de Surinaamse rivieren, kunnen daar uitvoerig over uitweiden. Tijdens de regering Venetiaan III had de multinational BHP-Billiton, de Surinaamse regering aangeboden zowel de Corantijnrivier vanaf Apoera tot de monding als de Surinamerivier vanaf de monding tot Paranam uit te baggeren en wel voor een bedrag van US$ 50 miljoen. BHP –Billiton wilde met de Surinaamse regering tot een akkoord komen met betrekking tot het bemachtigen van een concessie voor de ontginning van bauxiet in het Bakhuys areaal. De regering Venetiaan kon niet tot een vergelijk met BHP-Billiton komen, voor wat betreft een nieuwe concessie voor Bakhuys en na maanden van overleg, besloot de laatstgenoemde multinational het in Suriname voor gezien te houden . Haar vertegenwoordiger en oud-directeur van BHP-Billiton in ons land, Plantenberg, kwam special uit Londen om aan president Venetiaan mee te delen, dat de maatschappij haar werkzaamheden hier wenste te beëindigen. Door het vertrek van BHP-Billiton viel natuurlijk ook het gehele baggerproject in het water en kwam er ook onder de regering Bouterse I niets van terecht. Op verschillende momenten tussen 2010 en 2015 kwam het uitbaggeren van op zijn minst de Surinamerivier weer ter sprake en wel door de leiding van de Maritieme Autoriteit Suriname (MAS), maar de Regering Bouterse I had andere prioriteiten voor de besteding van staatsgelden. Een nederlands bedrijf dat gespecialiseerd is in baggerwerkzaamheden, oriënteerde zich uitgebreid en weet zo langzamerhand precies wat er moet worden gedaan om de Surinamrivier uit te diepen en ook hoe het met het verdere onderhoud zal moeten . De Surinamerivier dient uitgebaggerd te worden en dat staat al decennialang als een paal boven water. Echter komt daarbij een aanzienlijke financiering kijken en daar is de zaak altijd op gestrand. Thans wordt er weer over gesproken en zouden er zelfs financiers in het buitenland en lokaal zijn die de uitvoering van het project, mogelijk wensen te maken. De bal ligt nu bij de regering op de speelhelft. Een haalbaarheidsstudie zal moeten uitwijzen of de verdiencapaciteit van staat voldoende zal zijn om ook deze, niet kleine investering, terug te betalen. Wat de regering in deze kwestie zal beslissen, is op dit moment nog zeker niet duidelijk. Het zal ons niet verbazen als er voorlopig voor wat betreft de uitbaggering van de Surinamerivier geen beslissing wordt genomen, gezien het scala van andere problemen waarmede het huidige kabinet Bouterse II thans zit.
****
Je moet wel heel erg goedgelovig en misschien ook wel naief zijn om aan te nemen, dat Donald Trump, de huidige president van de Verenigde Staten van Amerika, zo ineens en ‘out of the blue’ zoveel van Suriname en zijn inwoners is gaan houden, dat hij bij presidentieel besluit de visumregeling voor ingezetenen van ons land zou hebben opgeschort. Wij zijn ervan overtuigd, dat Trump niet eens goed weet waar Suriname op de wereldkaart is geplekt, laat staan dat hij voor ons een uitzondering in de visumregeling zou maken. Tegenwoordig worden de gekste zaken aan ‘fake news’ door kwaadwilligen op het internet geplaatst. Wat de bedoeling van dergelijke berichten is, laat zich raden. Afgelopen weekend werd er dan ook een bericht geplaatst, afkomstig van een medium(?), waarin werd vermeld dat Trump zou hebben afgeweken van het zogenaamde ‘Visa Waiver Program’ waardoor Surinaamse staatsburgers voortaan zonder visum naar de VS zouden kunnen reizen en daarenboven nog 180 dagen in de VS zouden kunnen verblijven. Niks van waar, aldus een zeer beknopte verklaring van de Amerikaanse ambassade hier ter stede. Geen enkel land uit het Caribisch gebied is begunstigd met een visumvrije toegang tot de VS. Het is ons bekend, dat de Verenigde Staten van Amerika juist bepaalde landen in het Caribisch gebied thans nauwlettend in de gaten houdt, wegens het feit dat met name uit Trinidad er lieden naar Syrië zijn vertrokken om onder de banier van ISIS te strijden. Ook werd onlangs gemeld dat zeker één Surinamer en vermoedelijk nog twee andere landgenoten via Schiphol naar Syrië zijn afgereisd om zich bij de ISIS-strijders aan te sluiten. Waarom zou Trump dan plotsklaps een presidentieel besluit nemen om Surinamers de gelegenheid te bieden zonder visum naar Amerikaans grondgebied te reizen. Wij hebben bij ontvangst van dit bericht er daarom ook meesmuilend naar gekeken.
****
Asocialen in dit land die zogenaamd er prat op gaan hun jacht- en visgronden als heilig te zien en die ook te willen beschermen, zijn de grootste boosdoeners als het gaat om het plunderen van de leggronden van de zeeschildpadden. Jachtopzieners die geconfronteerd worden met grote vangsten van de zogeheten krapé eieren, hebben herhaalde malen geconstateerd dat het mensen uit de nabije omgeving van de leggronden zijn die zich op grote schaal schuldig maken aan het roven van de nesten. De overheid dient daarom de wetgeving aan te passen en hardere straffen op te leggen aan lieden die zich schuldig maken aan deze plundering. De boetes die thans worden opgelegd, hebben niet het beoogde effect en dienen zwaar verhoogd te worden.En als er lieden zijn die bij herhaling zich schuldig maken aan hetzelfde delict, moet er gevangenisstraf tegenover staan. Alleen dan zullen de plunderaars, die afkomstig zijn uit de nabije omgeving van de leggronden, er tweemaal over nadenken alvorens hun verwerpelijk handelen, wederom te plegen.