De openbare commissievergadering van de Wet op verdovende middelen, heeft afgelopen donderdag in het parlement voorgesteld om hennepteelt in Suriname te ontwikkelen. De commissievoorzitter, Roche Hopkinson, legde in dit kader uit waarom het belangrijk is dat de wet hieromtrent gewijzigd wordt. VHP-volksvertegenwoordiger Krishna Mathoera, is van mening dat de regering in een periode van financiële crisis, concrete prioriteiten moet stellen.  Ze zegt dat de vergadering bedoeld was voor een wijziging op de bovengenoemde wet, maar werd verrast met het voorstel om hennepteelt te ontwikkelen in Suriname. Mathoera haalt aan dat het telen van hennep aan strenge voorwaarden is gebonden.  “De regering zou allereerst de wet moeten veranderen, omdat het telen van hennep verboden is bij wet vanwege het hoge tetrahydrocannabinol (THC) gehalte”, verklaart de volksvertegenwoordiger.

Daarnaast wijst Mathoera erop dat de zaden die geplant zullen worden, eerst gekeurd moeten worden.

Verder zegt ze dat de commissie die belast is met de keuring, moet weten in welk gebied de hennepteelt zal plaatsvinden en of de plek goed afgebakend is.

Mathoera zegt dat men het verbod op wil heffen, omdat men op korte termijn hennep wil telen. De regering blijkt geen bezwaar hiertegen te hebben, omdat de teelt van hennep een economische prikkel kan zijn voor ons land. Mathoera zegt geen bezwaren te hebben tegen diversificatie, maar vraagt zich wel af waarom dit voorstel niet reeds is gedaan bij het concept van de wet in februari. Ze vindt de manier waarop dit voorstel is gebracht in het parlement niet goed. De volksvertegenwoordiger heeft haar twijfels over het controlemechanisme van de staat, dat is volgens haar erg zwak als het aankomt op zaken als drugs, laat staan als men hennep gaat telen. Ze vindt dat het voorstel niet transparant genoeg is, ook zijn de procureur-generaal en de brede laag van de bevolking niet in kennis gesteld hierover. “Als de regering transparant wil zijn, moet ze ervoor zorgen dat het besluit gedragen wordt door grote delen van de samenleving”, benadrukt Mathoera.

Ook vraagt zij zich af als de regering daadwerkelijk aan diversificatie wilde doen, waarom de hennepteelt dan niet in een van de ontwikkelingsplannen van de overheid is opgenomen. Volgens haar moet de regering ook concreet aangeven welke voordelen Suriname uit deze teelt kan halen, wie betrokken zal worden bij de teelt en welke gebieden ervoor gereserveerd zullen worden.

Mathoera is er voorstander van dat er in een product dat reeds bekend is in Suriname, geïnvesteerd wordt, een product waarvan we weten dat er veel potentie in zit, in plaats van te experimenteren met een gewas dat totaal niet bekend is. Ook haalt de volksvertegenwoordiger aan dat gezien de schaarse financiële middelen die de staat heeft, wij niet kunnen experimenteren met een product waarvan er geen zekerheid tot succes is.

-door Richelle Mac-Nack-