Het hulpprogramma dat de Surinaamse overheid nog geen jaar geleden is aangegaan met het Internationaal Monetair Fonds (IMF) om de economie van het land weer op de rails te krijgen, lijkt nu aan zijn einde te zijn gekomen.
De voorlichtingsafdeling van het IMF zegt dat dit gebeurd is op verzoek van de Surinaamse regering.
Midden 2016 werd het stand-by agreement getekend, nadat de regering voldeed aan de gestelde eisen van het IMF. Om de eerste tranche van US-dollar 80 miljoen te krijgen uit de US-dollar 470 miljoen betalingsbalanssteun, heeft de regering toen gewerkt aan de afbouw van subsidies van brandstof, elektriciteit en water.
De minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad liet vorige week in het parlement weten, dat verdere steun van het IMF niet meer nodig was, omdat de financieel-economische situatie van de regering in vergelijking met 2016 verbeterd is. Echter gaf hij geen duidelijkheid of de regering daadwerkelijk om de stopzetting van het programma had gevraagd.
Gisteren gaf het DNA-lid Chan Santokhi naar aanleiding van deze handelingen van de regering aan, dat het hier gaat om “staatsoplichterij”. Hij is van mening dat de regering in het begin zich heeft gehaast om te voldoen aan de gestelde eisen van het IMF om zodoende de eerste storting gedaan te krijgen. Echter wijst hij erop dat het nooit de bedoeling was van de president om met het geleende geld te werken aan het Stabilisatie- en Herstelplan. Santokhi benadrukte dat de president twee jaar na de verkiezing nog steeds het Stablisatie- en Herstelplan ter sprake brengt, terwijl er niet gewerkt wordt aan een crisisbeheersingsplan.