De dorpen in het binnenland die afhankelijk zijn van de toelevering van brandstof, zitten momenteel weer zonder brandstof en dus ook zonder elektriciteit. De dorpen hebben in maart 2017 brandstof geleverd kregen, maar die is nu op. Dinotha Vorswijk, Abop-parlementariër, was vorige week nog in het binnenland, zij zegt dat mensen in het binnenland niet bouwen op de brandstof van de overheid. “De meeste dorpen zitten nu weer in het donker, maar dat zijn de dorpelingen al gewend”, zegt Vorswijk. Zij geeft aan dat de dorpen die het zich kunnen permitteren geld ophalen om samen 1 of 2 vaten brandstof te kopen, zodat zij voor een tijdje voorzien zijn van elektriciteit. Vors-wijk zegt dat er daarnaast ook mensen zijn met kleine generatoren of zonnepanelen. “De mensen die zich deze dingen niet kunnen permitteren, gebruiken een kokolampu”, zegt zij.
Vorswijk wil het feit dat dorpen in het donker zitten, niet koppelen aan een verhoogde criminaliteit in de dorpen, omdat door de crisis in het land jongeren gemakkelijk aan geld willen ko-men en daarom overgaan tot criminaliteit. Zij zegt dat er in het binnenland meestal overdag wordt gestolen en niet ’s avonds.
Over het besluit van de overheid om de criminaliteit in het binnenland in te dammen, zegt Vorswijk dat ze nog niets daarvan heeft gemerkt. Ze haalt aan dat de ex-minister van Justitie en Politie, Jennifer van Dijk-Silos in december 2015, twee posten in het binnenland heeft gesloten, omdat de kosten volgens haar te hoog zouden zijn. Vorswijk vraagt zich niet alleen af hoe de controle zal worden uitgevoerd zonder politieposten, maar ook hoe de controle zal geschieden als de politie geen brandstof heeft om de rivieren regelmatig op te varen.
Met de verhoging van de brandstofprijs zijn ook andere goederen in het binnenland verhoogd. De binnenlandbewoners zijn zwaar getroffen door de prijsopdrijvingen, die kunnen volgens Vorswijk makkelijk plaatsvinden. “De overheid heeft geen toezicht op de prijzen van levensmiddelen in het binnenland,” zegt zij. “Op de eerste plaats heeft de overheid geen middelen om langs de dorpen te gaan. Ten tweede transporteren winkelhouders op eigen kosten goederen naar het binnenland. Zij zijn ook niet verzekerd tegen eventuele ongevallen die zich zouden kunnen voordoen tijdens het transport, waardoor de prijzen veel hoger zijn”, zegt Vorswijk. De parlementariër zegt dat de prijs van brandstof tot Atjoni, hetzelfde is als in de stad. Zij geeft dat hoe verder je de rivier opvaart, hoe duurder de brandstof wordt. “Voordat de brandstofprijs verhoogd was, kostte een liter SRD 10, met de verhoging kost een liter nu SRD 12”, aldus Vorswijk.
-door Priscilla Kia-