Ontbreken prijsaanduiding meest voorkomende overtreding

Het niet aangeven van de prijzen voor producten is de meest voorkomende overtreding die de Economische Controle Dienst (ECD) van het ministerie van Handel en Industrie (HI) in 2016 heeft geconstateerd. De ECD heeft onlangs haar jaaroverzicht van het afgelopen jaar aan HI-minister Sieglien Burleson gepresenteerd. In dit jaaroverzicht zijn de verrichte buurtonderzoeken, de reguliere controlewerkzaamheden op de naleving van de Wet Economische Delicten en lopende onderzoeken opgenomen. De buurtonderzoeken worden verricht in verband met vergunningaanvragen.

Voor het jaar 2016 zijn in totaal 292 buurtonderzoeken verricht en afgerond. Verder heeft de ECD in het jaar 2016 reguliere controlewerkzaamheden verricht op de naleving van de Wet Economische Delicten. Daarbij zijn landelijk 1243 inspecties uitgevoerd, waarbij er 42 strafdossiers naar het Openbaar Ministerie zijn verzonden voor verdere afhandeling.

Met een totaal van 386 is ‘Geen Prijsaanduiding (GPA)’ de meest geconstateerde overtreding, gevolgd door: ‘Vervallen producten’ 202, ‘Prijsopdrijving’ 106, ‘Geen vergunning’ 101 en ‘Niet geijkte weegschaal’ 72. ECD doet ook maandelijks prijsopnames in alle districten. De opnames hebben betrekking op onder andere de basisgoederen. Deze verkregen informatie wordt doorgestuurd naar de afdeling Algemeen Economisch Beleid (AEB), die op haar beurt de gegevens verwerkt en publiceert.  Met betrekking tot de lopende onderzoekingen kan worden medegedeeld, dat de ECD momenteel twee belangrijke zaken in onderzoek heeft, te weten:

1.Een kwestie, waarbij tijdens reguliere controlewerkzaamheden gebleken is, dat een stroopfabrikant, een keuringscertificaat (foodhandler) verstrekt door een arts, heeft vervalst. Het gaat in deze om de datum van verstrekking alsook de datum van herkeuring). Verder is geconstateerd, dat de twee arbeiders, die deze ondernemer in dienst heeft, niet gekeurd zijn, omdat, volgens zijn verklaring hij zo kosten bespaard.

2.Een ander geval betreft een manspersoon, die vervalst batterijwater, batterijzuur en tinner distribueerde. Ook de etiketten op de verpakking voldeden niet aan de vereisten van de Standaardenwet. Vervolgens is gebleken, dat hij in het bezit was van een beschadigd BAVP- legimatiebewijs en zich uitgaf als CIVD’er en lid van de inlichtingendienst van de politie. Na bekomen informatie blijkt dat hij noch bij de CIVD, noch bij de politie bekend staat. Deze twee zaken zijn inmiddels aan de afdeling Fraude van het Korps Politie Suriname overgedragen voor verdere afhandeling.

More
articles