De Nationale Assemblee (DNA) heeft gemeend de regering toestemming te moeten geven om het schuldenplafond van 60 procent te overschrijden. Dit gebeurde vrijdagavond in ’s lands vergaderzaal. De wet werd met 27 stemmen goedgekeurd. Ofschoon de hele coalitie meestemde, was DNA-voorzitter Jennifer Geerlings-Simons in eerste instantie niet happig om met de wetswijziging op het obligoplafond, oftewel de Wet op de Staatsschuld, mee te gaan.

Toch heeft zij ervoor gekozen om mee te gaan met de aanpassing van de wet, omdat het land in een grote crisis zit en geld nodig heeft om projecten ten behoeve van de ontwikkeling uit te voeren. Aangezien het parlement volgens haar een belangrijke rol zal vervullen in het wel of niet goedkeuren van projecten binnen de begroting waarmee de volksvertegenwoordiging een grotere invloed heeft in de besluitvorming, stemde ze toch in.

Gedurende het hele traject hebben diverse oppositieleden aangegeven fel gekant te zijn tegen de wet. De wet aanpassen betekent voor hen hetzelfde als de regering een vrijbrief geven om à al dol met leningen op de proppen te komen. Daarnaast zou Suriname niet de potentie hebben om de vele leningen terug te betalen. De wet moest er komen, vindt financiënminister Gillmore Hoefdraad, omdat het geld bestemd is voor belangrijke projecten. Hij noemde onder meer de oeververdediging te Coronie en an-dere noodzakelijk projecten op het gebied van energie en water die niet in de koelkast gestopt kunnen worden. De bewindsman benadrukte dat er niet zomaar geleend wordt. Met de eerdergenoemde projecten kan er niet langer gewacht worden. De leningen zijn goedgekeurd, maar als de wet niet wordt ge-wijzigd, vindt overschrijding van het obli-goplafond plaats.

Hoefdraad gaf ook de verzekering dat de economie langzaam maar zeker aan het herstellen is en ziet zelfs een betere situatie na 2020. De oppositie heeft erop gewezen, dat in 2002 de wet op de staatsschuld is aangenomen om het land te beschermen tegen het ongebreideld lenen. Met de aanpassing van deze wet mag de financiering in het eerste jaar niet meer bedragen dan het begrotingstekort, dat niet hoger mag zijn dan nominaal 6,5 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Daarna, als er nog sprake is van overschrijding, mag volgens de voorzitter van de commissie, Amzad Abdoel het begrotingstekort niet meer bedragen dan 5 procent van het nominale bbp. Hij zei verder, dat indien  na vijf jaar er nog sprake is van overschrijding van het plafond, het niet meer mogelijk zal zijn om te lenen. Ook hij benadrukte het belang van lenen in deze situatie. Sinds de wet op tafel lag bij het parlement, heeft de oppositie diverse malen erop gewezen dat aanpassing hiervan ons land in grotere problemen zal brengen. Waar de wet vroeger sancties kon treffen tegen de minister bij het overschrijden van het leningenplafond, kan dat nu niet meer.