Gezien Suriname in een periode zit van grote economische malaise, is het onverstandig dat de president ervoor kiest om een deel van de ministers te reshuffelen. Zoals gewoonlijk gaat dat gepaard met extra kosten, het leidt tot een uitgavenpost die we ons nu niet kunnen permitteren. Dit zegt bestuurskundige August Boldewijn over het besluit van de regering om in een periode van crisis, nogmaals over te gaan tot reshuffelen. De ministers die gereshuffeld zullen worden, zullen nog een half jaar hun normale salaris ontvangen, daarnaast kunnen zij nog gebruik maken van de secundaire voorzieningen die zij als minister ontvingen. Deze uitgaven moeten volgens Boldewijn allemaal betaald worden door de belastingbetalers. De bestuurskundige vraagt zich af hoe de president durft te spreken over bezuinigingen als er nu gereshuffeld wordt en er andere niet-bezuinigende maatregelen worden getroffen, zoals de relatiegeschenken. Boldewijn is ervan overtuigd dat een nieuw kabinet geen verandering zal brengen. Hij zegt dat er ook andere mensen zijn naast de minister die helpen bij het beslissen. Daardoor is de verantwoordelijkheid van zo een minister niets meer waard.

Boldewijn zegt dat deze mensen die opereren naast de minister, aan de hand van een bepaalde politieke kleur bepaalde besluiten kunnen tegenwerken. Besluiten die passen binnen het beleid van zo een partij zullen volgens de bestuurskundige de voorkeur genieten. Boldewijn zegt eveneens dat bij reshuffeling  er na moet worden gegaan tot welke politieke partij  de nieuwe ministers behoren en waarvoor zij bekwaam zijn. Hoewel reshuffeling een aangelegenheid is van de president, die volgens de grondwet de uitvoerende macht heeft, vindt Boldewijn het belangrijk dat er goed gekeken moet worden naar de technische en intellectuele bagage van een kandidaat alvorens hij/zij wordt aangesteld tot minister. Hij vindt het van groot belang dat de ministers niet alleen bekwaam zijn in de praktijk, maar dat zij ook een goede bull hebben om de juiste ontwikkeling te brengen in de sector waar zij actief zullen zijn.

door Richelle Mac-Nack