De Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP) roept president Desiré Bouterse op om zo snel als mogelijk publiekelijk verantwoording af te leggen over de onlangs door Dilip Sardjoe, voorzitter van de onderhandelingscommissie met Alcoa gedane uitspraak, dat het Memorandum of Understanding (MoU) tussen de regering en de multinational gewoon wordt uitgevoerd. De partij voorziet verdere verarming voor het volk en zegt dit niet te zullen accepteren. De VHP wenst dat de regering, in casu president Bouterse, het volk informeert en niet de voorzitter van een commissie die met zijn verklaring voor grote onrust heeft gezorgd. De partij zegt met grote bezorgdheid kennis genomen te hebben van de ontwikkelingen met betrekking tot de Afobakadam. “Zoals bekend, werd er in 2015 een Memorandum of Understanding tussen de regering en Alcoa getekend. Deze MoU was voor Suriname uitermate slecht. Zo slecht, dat coalitie als oppositie gezamenlijk deze MoU in De Nationale Assemblee (DNA) hebben verworpen”, aldus VHP-voorzitter Chan Santokhi. Door het parlement werd vervolgens aan de regering gevraagd om opnieuw te onderhandelen. Een belangrijk element daarbij was dat het niet zo kon zijn dat Suriname tot eind 2019 nog 200 miljoen US-dollar aan Suralco zou moeten betalen voor energie. Dit, terwijl conform de Brokopondo Overeenkomst, de Afobakadam rechtmatig aan Suriname toekomt.
“Desondanks werd deze week door de voorzitter van de onderhandelingscommissie verklaard dat de MoU gewoon wordt uitgevoerd”, gaat de partij verder. “Deze schokkende uitspraak is niet door de regering gerectificeerd. De vraag rijst vanwege welke belangen om geen gehoor is gegeven aan de wens van DNA. In ieder geval blijkt dat de regering zich niets aantrekt van het parlement. Dit is een ernstige belediging van de rechtstaat en de bevolking. Indien de MoU toch wordt uitgevoerd, dan zal Suriname ernstig worden benadeeld. De VHP roept de president op om zo snel als mogelijk publiekelijk verantwoording af te leggen over deze zaak. De VHP zal niet accepteren dat de regering het volk verder verarmt. De VHP wenst dat de regering, in casu de president, het volk van Suriname informeert, en niet de voorzitter van een commissie die met zijn verklaring voor grote onrust heeft gezorgd.”