Het komt vaker voor dat oppositieleden beknot worden, omdat zij zaken overbrengen die niet goed overkomen bij de voorzitter en de coalitie van De Nationale Assemblee (DNA). In dergelijke gevallen worden de oppositieleden onderbroken tijdens het opbouwen van hun presentatie in het parlement. Dit heeft NPS-fractieleider Gregory Rusland ervaren de afgelopen donderdag bij de behandeling van de Anticorruptiewet in DNA.
Hij zegt dat hij zich flink heeft geërgerd aan het feit dat de voorzitter van DNA, Jennifer Geerlings-Simons, hem steeds onderbrak en probeerde om hem van haar zienswijze te overtuigen. Hij zegt desgevraagd niet gediend te zijn van zulk gedrag en dat heeft hij ook kenbaar gemaakt tijdens de openbare vergadering.
“De voorzitter van DNA schakelt dan steeds de microfoon uit en je kan dan niet in discussie met haar op een eerlijke manier gaan, omdat die mogelijkheid je ontnomen wordt”, zegt Rusland. Vandaar dat hij haar vroeg de stoel te verlaten en in de zaal plaats te nemen als gewoon lid, zodat de discussie eerlijk kon plaatsvinden. Naar aanleiding van dit gedrag concludeert het oppositielid dat de voorzitter de oppositieleden dwingt om zaken te presenteren zoals zij en de NDP dat willen.
“Ik ben geen NDP’er, dus ik zal geen zaken presenteren vanuit een NDP-perspectief”, aldus Rusland van NPS tijdens vergadering. Middels deze uitspraak hoopte Rusland zijn functie binnen het parlement te benadrukken, hij wees erop dat hij in dienst van de gemeenschap is en dus het volk vertegenwoordigt.
De DNA-voorzitter vroeg het lid Rusland om zijn woorden terug te nemen met betrekking tot zijn uitspraken over het maken van gelegenheidswetgeving ter bescherming van functionarissen, maar dit is door Rusland pertinent geweigerd. De voorzitter heeft toen de vergadering geschorst omdat emoties aan beide kanten hoog opgelopen waren.
Toen de rust terugkeerde kon de vergadering voortgang vinden zonder dat Rusland zijn woorden terugnam, terwijl hij een nadere uitleg gaf over de aanname van wetten ter vergroting van de mogelijkheden tot het lenen van meer geld door de regering van Suriname.
Met betrekking tot de Anticorruptiewet heeft Rusland zijn visie gegeven ten aanzien van de invulling van de Corruptie Preventie commissie (CPC) die men wil instellen. Een van zijn grootste zorgen is dat de commissie niet benoemd kan worden door de president op voordracht van de minister van Justitie en Politie. De Anticorruptiewet is volgens Rusland een wet waar alle politieke ambtsdragers bij de overheid en overheidsinstituten meegenomen worden, ook de parastatalen horen erbij. “Wanneer de commissieleden met de desbetreffende verantwoordelijkheden door een politieke functionaris, in deze de President, benoemd wordt, kan zo een commissie politiek getint zijn en zaken ook politiek invullen”, benadrukt Rusland.
Volgens Rusland kan er dan een baas-knecht verhouding ontstaan en de commissie kan haar werk dan niet naar behoren uitvoeren. Zaken betreffende de machthebbers kunnen dan anders behandeld worden dan wenselijk is en politieke tegenstanders kunnen opzettelijk in problemen gebracht worden. Rusland zegt dat bij de benoeming van zo een commissie beter naar een autonoom instituut gekeken kan worden, zoals leden van het Openbaar Ministerie, die nu overigens strafklachten binnen ons systeem reeds moeten behandelen. De vergadering wordt op 10 januari 2017 vervolgt.
door Richelle Mac-Nack
