Daniel Leigh, chef van de IMF-missie die een bezoek aan ons land bracht, zegt dat de tweede tranche van een totale lening groot 478 miljoen dollar gesloten tussen het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en Suriname pas uitbetaald zal worden, als de regering zich houdt aan het herstel- en stabilisatie-plan dat zij zelf geschreven heeft. Over de tweede tranche zal het IMF de komende periode niet meer praten, totdat de regering de nodige overeengekomen maatregelen heeft getroffen. Van de overeenkomst gesloten tussen het IMF en Suriname, heeft ons land slechts de eerste tranche van USD 81 miljoen ontvangen van het totaal overeengekomen bedrag USD478 miljoen. Ook de IsDB en de Wereld bank zullen zich afwachtend opstellen totdat Suriname haar beleid heeft veranderd.

In de artikel-4 missie dat het IMF heeft uitgebracht, wordt gesteld dat Suriname nog voor veel uitdagingen staat. Hoewel de Newmont Merian goudmijn een enorme inkomstenbron is, zal die niet voldoende zijn om de Surinaamse economie weer volledig op te krikken. Wel zal de recessie van het land het komende jaar ietwat verzacht worden, de jaarinflatie zal volgens het IMF in 2017 afnemen. Zonder belangrijke beleidsmaatregelen kan Suriname echter terecht komen in verdere instabiliteit met scherpe wisselkoersstijgingen, verdere devaluatie en stijgende inflatie. Tot op heden is het de regering niet gelukt, maatregelen door te voeren om de toenemende inflatie, in te dammen. De internationale reserves zijn volgens het IMF nu op een kritiek laag niveau beland en de kredietwaardigheid van banken dreigt nu verder te verslechteren.

Als reactie op de artikel-4 missie van het IMF, zegt minister van Gillmore Hoefdraad van Financiën in enkele opzichten mee te kunnen gaan met de bevindingen van het IMF. Daarnaast stelt hij het advies en de assistentie van de IMF-staf zeer op prijs te stellen. Maar hij wil verduidelijken dat de autoriteiten het glas niet als halfleeg zien maar als halfvol. Verder stelt Hoefdraad dat Suriname zijn eigen weg van herstel bepaalt.

De staat ziet veranderingen in de komende periode met een conditional cash transfer programma, dat gericht is op armoedebestrijding en zelfwerkzaamheid. Ook zal er gekeken worden naar mogelijkheden om de belasting te verruimen en de inkomsten van de staat te vergroten. Naar verluidt zal de overheid maandelijks 0,25 SRD cent toevoegen aan brandstofprijzen per liter. Verder zullen er investeringen gedaan worden in de Staatsolie raffinaderij. De staat heeft ook geld geïnvesteerd voor de nieuwe goudmijn. Daarnaast zal er met Dalian IV gewerkt worden aan de infrastructuur en hoopt de overheid dat andere multinationals zullen komen investeren in Suriname, gezien het buitenland volgens de minister enorme interesse heeft in ons land.

Er zal tevens geïnvesteerd worden in tal van projecten met het leningenpakket van de IsDB die kunnen leiden tot werkgelegenheid, koopkrachtversterking en groei. Ook zal er binnen DNA gewerkt worden aan wetten die het ondernemingsklimaat in Suriname moeten verbeteren. Kritische en strategische evaluaties van bestaande bedrijven zoal EBS, zullen niet uitblijven in het plan van de regering om het land economisch weer stabiel te maken.