Wisselkoers doorslaggevend
De totale staatsschuld is per 30 september 2016 ten opzichte van een maand eerder met SRD 1 miljard toegenomen tot SRD 7,9 miljard (stand van de staatsschuld per ultimo augustus was SRD 6,9 miljard). Dit blijkt uit de meest recente statistieken van het Bureau voor de Staatsschuld. De stijging heeft te maken met de aanpassing van de wisselkoers, waartegen de staatsschuld gewaardeerd wordt. Deze wordt per eind september namelijk gewaardeerd tegen een koers van USD 1 = SRD 4,04, terwijl dit een maand eerder nog USD 1 = SRD 3,35 was. De wijziging van de voor de staatsschuld te hanteren wisselkoers heeft alles te maken met het bruto binnenlands product (BBP) over 2015 dat door het Algemeen Bureau voor de Statistiek (ABS) is gecalculeerd. In april 2016 gaf de minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, aan dat wettelijk is bepaald dat het BBP nodig is om de staatsschuld te berekenen. Daarom wordt de koers per jaareinde van het laatste jaar, waarover het BBP is berekend, gehanteerd. Aangezien per heden het BBP over 2015 berekend is, wordt nu dus de koers van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) per jaareinde van 2015 gehanteerd voor de waardering van de staatsschuld, terwijl deze in 2016 al maanden rond de SRD 7 voor een USD schommelt. Deze methode van waardering is Hoefdraad op felle kritiek van de oppositie komen te staan in april 2016. Ook De West heeft in haar maandelijkse berichten over de stand van de staatsschuld gewaarschuwd dat de huidige stand van de staatsschuld een vertekend beeld weergeeft, vanwege de gehanteerde wisselkoers.
Ter illustratie van de methode die de regering hanteert voor het waarderen van de staatsschuld, wordt naar de volgende tabel verwezen:
Uitgedrukt in USD, is de totale staatsschuld per 30 september gedaald met USD 99 miljoen ten opzichte van een maand eerder. Uitgedrukt in SRD, is de totale staatsschuld gestegen met SRD 1 miljard. Indien de totale staatsschuld gewaardeerd zou worden tegen de meest actuele bankkoers van USD 1 = SRD 7,413 (CBvS koers per 16 november 2016), zou de staatsschuld SRD 14,5 miljard bedragen.
De ernst van de situatie wordt wellicht ingezien bij het schetsen van de volgende situatie. Stelt u zich voor dat de stand van de staatsschuld (in US-dollars) over een jaar exact hetzelfde is, een nieuw BBP door het ABS bekend is gemaakt, en de koers per 31 december 2016 USD 1 = SRD 7 (betreft een schatting op basis van de koersontwikkelingen van de afgelopen maanden) is geweest. Dan zal dit tot gevolg hebben dat de staatsschuld bijna is verdubbeld. En in wezen, zonder dat de staatsschuld in USD is gewijzigd.
Verzoek tot opnieuw een wijziging van de Wet op de Staatsschuld
Bovenstaande uiteenzetting schetst de impact van slechts de waarderingsmethode van de Staatsschuld (lees: niet de meest actuele wisselkoers). Aan het begin van de week werd bekend dat de regering (lees: de minister van Financiën) De Nationale Assemblee (DNA) zal vragen de Wet op de Staatsschuld opnieuw te wijzigen, om het obligoplafond te verhogen van 60 procent naar 80 procent Deze wet is in april van dit jaar al gewijzigd, waarbij de volgende maatregelen waren genomen:
1.Van overschrijding van een obligoplafond is geen sprake voor zover deze overschrijding het gevolg is van een latere wijziging van de door de CBvS gehanteerde koersen voor het deviezenverkeer.
2.De definitie van staatsschuld werd aangepast naar internationale standaarden, waardoor sindsdien alleen geld, dat gebruikt wordt, als schuld wordt gezien. Voorheen werden (gebruikte- en niet gebruikte) leningen meteen als schuld geboekt.
De eerste maatregel betreft dus het wisselkoers-gedeelte dat eerder in dit artikel is uitgelicht. Nu zal de regering het verzoek indienen om binnen deze wijziging van april 2016, nog een wijziging te plegen, namelijk het verhogen van het obligoplafond. Dit wil zij doen, omdat er volgens Hoefdraad nog meer geleend dient te worden voor het dekken van de lopende uitgaven en achterstanden. Het obligoplafond moet volgens Hoefdraad, dus niet verhoogd worden, zodat investeringen die gericht zijn op de toekomst gepleegd kunnen worden, maar om lopende uitgaven en achterstanden te dekken. Het gaat hier om achterstanden die zijn gecreëerd tijdens (en vanwege het beleid van) de regeringen Bouterse I en een jaar Bouterse II.
Tenslotte wordt het volgende feit aangehaald. De wetswijziging in april 2014 had tot gevolg dat de staatsschuld was gedaald met 894 miljoen (vanwege de waardering tegen de koers van 3,35 in plaats van 4,04). Per 30 september, nadat het BBP 2015 is gepresenteerd en de schuld tegen de koers van 4,04 gewaardeerd moet worden, is de staatsschuld met 1 miljard gestegen. De wetswijzigingen lijken dus eerder uitstel van executie te zijn. En dan wordt het proces ingezet om de eerder in het jaar gewijzigde wet opnieuw te wijzigen, waarbij de verwachting is dat alle handen van de coalitie omhoog zullen gaan tijdens de stemming als de vraag wordt gesteld wie voor is. Zoals NPS-voorzitter Gregory Rusland, in gesprek met Star-nieuws, stelde: “Ik verwacht niet dat De Nationale Assemblee de regering tot orde zal kunnen roepen, omdat de coalitie met alles meewerkt. De regering houdt geen rekening met het college, omdat de coalitie toch de wet zal goedkeuren.”