Soeresh Algoe, minister van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV), gaf in een gesprek met de pers aan dat er een nieuwe cassavefabriek opgezet zal worden die compleet gefinancierd zal worden door de Europese Unie (EU) en Clayuca (een overheidsorganisatie in Columbia die zich richt op voedsel en landbouw). Algoe zei dat hiermee de regering de armoede wil bestrijden. Hij zei verder dat de nieuwe fabriek voor een kettingreactie zal zorgen, waardoor de Staat meer inkomsten zal verdienen en er meer werkgelegenheid zal zijn. In het kader hiervan is er vandaag een workshop gehouden op het complex van het ministerie van LVV met als doel de bevordering van de duurzame ontwikkeling van cassave in Suriname en de regio. Algoe kon nog niet zeggen wanneer en waar de fabriek opgezet zal worden. Hij gaf aan dat er na de workshop verder gesprekken gevoerd zullen worden met Clayuca. Hij benadrukte dat Suriname in ieder geval geen cent hoeft bij te dragen aan het opzetten van de fabriek. De minister juicht de samenwerking met Clayuca toe, ondanks Suriname geen lid is van de organisatie. Op de vraag wat de rol van de eerste cassavefabriek in Para hierin zal zijn, zei Algoe dat die fabriek totaal los staat van de nieuwe fabriek. Hij gaf aan dat hij wachtende is op het CLAD-rapport. Ook zijn er volgens de minister noodzakelijke aanpassingen nodig in het bedrijf om veilig voedsel te produceren. “Het is een puur private fabriek”, aldus de minister.
Hiermee gaf hij de garantie dat de nieuwe fabriek niet hetzelfde zal overkomen als die van Para. Dat het bedrijf in Para momenteel niet functioneert, komt volgens de minister door mismanagement en gebrek aan beginkapitaal. Eén ton cassavemeel kost momenteel US-dollar 3.500. Algoe zei dat de vraag in de regio naar cassavemeel groot is en dat Suriname door dit bedrijf hierop zal kunnen inspelen. Hij gaf aan dat ook in Suriname een deel van het cassavemeel gebruikt kan worden in de broodindustrie. Hij benadrukte dat de potentie om de cassave-industrie uit te breiden aanwezig is en dat hij uitkijkt naar meerdere cassavefabrieken.
door Johannes Damodar Patak