Jogi: ‘Suriname moet geen opvangcentrum Haïtianen worden’

VHP-parlementariër Mahinder Jogi, die deel uitmaakt van de vaste commissie van het ministerie van Arbeid, Technologische Ontwikkeling en Milieu, ergert zich eraan dat Michael Sallons, bondsvoorzitter van het bacovenbedrijf Food and Agriculture Industries te Jarikaba, ervoor pleit dat alle Haïtianen in Suriname een legale status krijgen om te kunnen werken. Jogi vraagt zich af wat er dan gebeurt met de Surinamers die ook op zoek zijn naar werk.

Volgens Sallons zijn er tal van Surinamers die het veldwerk voor de bacoven productie niet willen doen, omdat ze niet in deze sector willen werken. Het ligt in de bedoeling dat er binnenkort en brief gericht zal worden aan de minister van ATM, Soewarto Moestadja, waarin gevraagd zal worden te pleiten voor een werkvergunning voor de al ruim honderd Haïtianen die gesolliciteerd hebben om bij het bacovenbedrijf te werken. In het verlengde daarvan hebben al deze mensen ook een verblijfsvergunning nodig.

Jogi zegt aan De West dat er arbeiders nodig zijn om de werkzaamheden bij het bedrijf uit te voeren. “ Het is niet zo dat Surinamers de werkzaamheden niet graag willen uitvoeren, maar het bedrijf moet met betere voorzieningen komen, eenmaal er gezegd wordt dat het nu veel beter gaat met het bedrijf.

Als de mensen een beter salaris wordt geboden om de nodige kosten te dekken en om hun gezin te onderhouden, zullen meer Surinamers solliciteren zoals de Haïtianen dat doen.”

Jogi zegt met klem dat Suriname geen dumpplaats voor de Haïtianen moet gaan worden. Volgens de parlementariër moeten de open vacatures in ons land niet ten koste gaan van Surinamers die willen werken. Jogi: “Het is van belang dat Sallons nu van zich laat spreken als vakbondsleider om zaken bij het bedrijf af te dwingen, zodat Surinamers geïnteresseerd raken om een baan bij het bedrijf te zoeken. Laat men de arbeidersomstandigheden verbeteren, dan zal men merken hoeveel Surinamers zullen solliciteren.”

door Ivan Summerville

 

More
articles