De regering zal deze week nog bij De Nationale Assemblee een aanpassing van de Wet op de Staatsschuld indienen voor verhoging van de daarin aangegeven schuldplafonds. Dit meldt het ministerie van Financiën in een persbericht. De regering voert aan dat verhoging van de plafonds noodzakelijk is omdat de schuld in SRD-waarde gerekend tegen de hoge koersen is gestegen, terwijl juist het bruto binnenlands product (BBP) is gedaald vanwege de negatieve groei. Het huidige plafond voor de staatsschuld van 60 procent van het BBP dreigt in gevaar te komen en hiermee de mogelijkheden om gezond schuldbeleid te voeren.
Wegens de Wet op de Staatsschuld moeten de plafonds berekend worden met het laatst gepubliceerde cijfer voor het BBP door het Algemeen Bureau voor de Statistiek (ABS) en met de wisselkoers geldig op het einde van dat jaar.
(artikel 1 lid h nominaal bruto binnenlands product: het voor Suriname door het Algemeen Bureau voor de Statistiek vastgestelde nominaal bruto binnenlands product tegen marktprijzen van het meest recente kalenderjaar; en artikel 3 lid 3: van geldbedragen luidende in vreemde muntaanduiding wordt de equivalente waarde in Surinaamse munt becijferd tegen de wisselkoersen volgens de notering van de Centrale Bank van Suriname op de laatste bankdag van het kalenderjaar waarop het nominaal bruto binnenlands product betrekking heeft.) (Wet op de Staatsschuld van 19 maart 2002 S.B. 2002 no. 27, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B. 2016 no. 63)
Het voorstel is om het totale plafond te verhogen tot 80% van het BBP, daarbij het plafond voor de binnenlandse schuld optrekkend van 25% naar 30% en het plafond van de buitenlandse schuld van 35% naar 50%. Deze verhoging is van tijdelijke aard.
Het ABS bracht midden oktober het cijfer voor 2015 uit. Het nominaal BBP blijkt gekrompen naar SRD 16.7 miljard in 2015 van SRD 17.3 miljard in 2014 (in reële termen ongeveer 3 procent). De US$-wisselkoers per eind-2015 daarentegen noteerde SRD 4,04 voor de Amerikaanse dollar, tegenover SRD 3,35 daarvoor, als gevolg van de devaluatie in het vierde kwartaal. De sterke muntdepreciatie (boven 7 SRD voor de Amerikaanse dollar) en verdere economische afzwakking in 2016 (verwachtingen zijn een val van 8-10 procent van het BBP) pleiten eveneens voor de plafondverruiming. De nieuwe limieten zijn realistischer, gelet op de recente ongunstige economische ontwikkelingen.
De overheid verwacht hiermee de nodige rust en ruimte te heroveren om gezond schuld- en financieel beleid te kunnen voeren, anticiperend op toekomstige ontwikkelingen waarbij de groei weer positief zal zijn en naar prudentie de plafonds weer neerwaarts kunnen worden bijgesteld.