PRODUCTIE EN EXPORT

De in grote financiële nood verkerende regering Bouterse, leunt voor haar deviezeninkomsten voor het overgrote deel op de inkomsten uit de goudsector en de aardoliesector. Een niet ongevaarlijke situatie voor wat betreft de maandelijkse inkomstenberekening en -verwachting. Het is bekend dat de goudprijs per troy ounce kan stijgen, maar ook enorm kan dalen en voor wat de aardoliesector betreft, weten wij dat de prijs per barrel ruwe aardolie een enorme tuimeling heeft ondergaan van meer dan 50 procent en dat door deze prijsdaling, Staatsolie enorm aan inkomsten heeft moeten inboeten en de regering zelfs via staatsobligaties in het buitenland geld moest vergaren om dit nationale bedrijf van de ondergang te redden. Als we kijken naar de andere exportproducten die ook een beperktere bijdrage aan de staatskas leveren, dan zien we de export van rijst die de laatste jaren een achteruitgang heeft getoond, de export van rondhout, met name naar het verre oosten, en de uitvoer van vis en groente. Deze laatste exportproducten vallen in het niet als we ze plaatsen tegenover de inkomsten uit de goud- en aardoliesector. Gezien de onberekenbaarheid in de opbrengsten uit de laatstgenoemde sectoren, is het dan ook niet verstandig je daaraan rijk te rekenen en het terugbetalen van forse buitenlandse leningen daarop te verankeren. En juist omdat we geen alternatieve exportproducten hebben met voldoende forse inkomsten, heeft deze regering toch tegen beter weten in zich gecommitteerd aan leenovereenkomsten met buitenlandse financiële instellingen met als inzet de opbrengsten uit de goud- en aardoliesector. Zeer zeker geen verstandige handeling die ons voor wat betreft het aflossen van de buitenlandse schulden die in de honderden miljoenen dollars lopen, in de grootste problemen kunnen brengen. En terwijl men ons als land en volk verbindt aan dit soort rigoureuze leningen, propageert de regering Bouterse II voortdurend het opvoeren van de productie en het bevorderen van de export. De regering geeft daarbij helemaal niet aan in welke sector de productie en export tot grote volumes zouden moeten komen en waar de financiële middelen voor deze verhogingen uit zouden moeten voortvloeien. Ook zegt ze niet waar de animo voor verhoogde productie momenteel door zou moeten ontstaan. Een land dat te maken heeft met een zwaar verslechterde koopkracht, heeft eigenlijk geen verhoogde productie nodig, omdat de eindproducten zeker niet op de lokale markt kunnen worden afgezet. En als de verhoogde capaciteit, resulterende in meer producten extern moet worden afgezet dan zal er eerst uitgezocht moeten worden hoe het met de concurrentiepositie ten opzichte van andere producten en hun goederen staat. Het is allemaal mooi, waar en eenvoudig om over verhoogde productie te praten, maar er komt voor de ondernemer heel veel bijkijken alvorens die bereid is tot meervoudige investeringen. Ook moet de ondernemer vertrouwen hebben in het bestuur van het land en moet daarbij zeker niet allerlei obstakels ontmoeten. De regering Bouterse weet zo langzamerhand heel goed, dat op dit moment er zeer weinig ondernemers zijn die tot productieverhoging willen overgaan. Er is alvast geen stabiele wisselkoers, vreemde valuta is vaak duur en moeilijk aan te komen, er is geen investeringswet, de corruptie binnen het ambtelijke en daarbuiten viert hoogtij, de criminaliteit is alsmaar stijgende, de ratings van Suriname zijn niet goed te noemen en zijn de afgelopen maanden zelfs verslechterd, een ABS dat onder politieke druk is komen te staan en niet langer in staat de juiste statistische gegevens te produceren met betrekking tot jaar en maandinflatie, hoge rentes bij de banken en slechte voorspellingen van het IMF voor wat betreft de groei van de economie over 2017. Voorts valt er voor de ondernemer geen pijl te trekken op de aanpassingsmaatregelen die de regering Bouterse II in overeenstemming met het IMF nog denkt te moeten doorvoeren. Alsmaar toenemende bedrijfskosten, terwijl het niet zeker is of de inkomsten zullen stijgen in een in neerwaartse spiraal verkerende staatshuishouding en een koopkracht die steeds verder daalt. Lenen om ontwikkeling tot stand te brengen, is zeker niet de oplossing volgens economisten en daar geraakt iedereen zo langzamerhand van overtuigd. Elk land dat vooruit wenst te komen, moet de vruchten plukken van productie en export, niet voor niets zijn er handelsbalansen tussen staten . Het grote China is daar het mooiste voorbeeld van. Hard werken en verdienen aan de export heeft dit land gemaakt tot de op een na grootste economie van de wereld . Ook hier zullen we eraan moeten geloven en dat zullen we slechts bereiken door ook hard te werken en niet door het volk allerlei leuzen voor te houden en zelf niet in staat te zijn goede en uitvoerbare plannen te presenteren. Badrissein Sital, exponent uit de mislukte zogenaamde revolutie van Bouterse, ziet dan ook terecht geen heil in de vele en vaak ook nog onvoordelige leningen die de Staat thans pleegt en waar geen goed bewaakte procedures door de crediteurs tegenover staan. Sital kent de leden van de regering Bouterse II als zijn tien vingers en weet welke doties er uitgehaald worden ten bate van de zelfverrijking door exponenten uit de top van de NDP. Hij is daar ook heel eerlijk over en neemt geen blad voor de mond. Sital is ervan overtuigd dat een groot deel van de lening van de Islamitische Ontwikkelingsbank van 1.8,- miljard dollar, bij onvoldoende of slechte bewaking en sluitende voorwaarden, zal verdampen. Met ‘verdampen’ bedoelt Sital dat de helft van het geld gewoon zal worden verduisterd door de roversgroep in de top van de paarse partij. Sital zal het allemaal wel weten, hij komt van zeer dicht bij het vuur. Overigens is het zo dat Sital als idealist kan worden aangemerkt en dat de man zijn vingers de afgelopen decennia naar onze mening vrij van smet heeft weten te houden. Om terug te komen op de leuzen van de regering voor verhoging van productie en export, kan slechts gesteld worden dat ze niet eens weet waar die zou moeten worden opgevoerd en nog minder in staat is deze te bevorderen. Ze moet naar onze mening eerst erin slagen de wisselkoersen definitief tot stilstand te brengen waardoor elke ondernemer weer in staat wordt gesteld te plannen, want zonder goede vooruitzichten en planning komt niets van de grond.

****

Heeft men toch uiteindelijk bij de regering Bouterse II een verstandig besluit genomen door het defilé gepland op 25 november aanstaande, onze Onafhankelijkheidsdag, te Moengo, geen voortgang te doen vinden? We schreven er al eerder over en stelden dat het totaal onverantwoord en voor enorme kosten zou zorgen om in Moengo een parade te houden. Voeding voor duizenden troepen laten vervaardigen en dan ook nog allerhande zwaar materieel en materiaal naar Moengo verslepen zou de staatskas weer onnoemelijk veel geld kosten. Gewoon een waanidee van enkele mensen binnen deze regering die opo opo willen spelen in een periode waarbij we te maken hebben met een failliete regering die haar overleving thans zoekt in het plegen van tal van buitenlandse leningen. Thans horen wij van een ander plan om de parade te houden in Commewijne. Ook zo een zot idee dat handenvol geld zal kosten. De kosten zullen dan iets minder zijn, maar nog steeds veel meer dan gewoon een defilé op het Onafhan-kelijkheidsplein. En als je werkelijk als regering wenst te laten zien dat je thans bereid bent zwaar te bezuinigen in landsbelang, dan houd je dit jaar bij hoge uitzondering gewoon geen defilé. Die mensen van de gaarkeukens die een nyan willen maken door het leveren van voeding aan al die manschappen der gewapende machten, mogen ook een keertje wat minder verdienen. Zij lopen dan ook niet het risico achteraf gewoon naar hun geld te fluiten, want de regering Bouterse II is nog steeds de grootste schuldenaar van Suriname.

More
articles