Sirodjenie Jankie, voorzitter van de Surinaamse Servicestations Exploitanten Bond (SSEB), is verrast door de verhoogde benzinetarieven die met ingang van vandaag door het ministerie van Handel en Industrie (HI) zijn vastgesteld.
Jankie zegt desgevraagd aan De West dat de pomphouders nog niet op de hoogte van de nieuwe tarieven waren gebracht. “Pas gistermiddag werden we op de hoogte gesteld. We vragen keer op keer of ze ons kunnen betrekken bij het doorvoeren van dit soort maatregelen, maar dat gebeurt nog niet. Zo werden we weer verrast met de aangepaste benzinetarieven.” Jankie geeft verder aan dat het niet iets is van deze regering, maar dat vele regeringen zo te werk zijn gegaan. “Nu is het met SRD 0,25 verhoogd. In dit geval spreken we nog niet van een drastische verhoging. We hebben grotere verhogingen gekend.”
Het enige dat de SSEB-voorzitter nu dwars zit, is dat de mensen in deze sector weer verrast zijn door de prijsverhoging. Deze maatregel zorgt ook voor een toeloop van klanten bij de servicestations, wat ertoe kan leiden dat de voorraad opraakt. “Plotseling ontstaat er een rush om benzine aan te schaffen, dit zorgt ervoor dat de verkoopcijfers stijgen, maar het zorgt er ook voor dat de pompstations snel door hun voorraad heen zijn.”
NOODZAKELIJK KWAAD
Winston Ramautarsing, voorzitter van de Vereniging van Economisten (VES), is ook verrast door de maatregel. Dat de benzineprijzen met SRD 0,25 zijn verhoogd, is volgens hem een noodzakelijk kwaad geweest van de regering.
Ramautarsing geeft aan dat de internationale prijzen ook zijn gestegen met als gevolg dat de overheid haar inkomsten ook moet verhogen. Hij vertelt dat de regering nauwelijks verdient aan de government take, omdat zij dezelfde benzine subsidieert met de inkomsten die zij verdient met de governmenttake.
Ramautarsing is van mening dat de bevolking het nog zwaarder zal krijgen door het verhogen van de benzineprijzen. “Boro pasi no de”, benadrukt de VES-voorzitter. Hij geeft aan dat dit pas de tweede stap van verhoging is en weet niet als er gesproken kan worden van een marktconforme prijs, omdat het niet duidelijk is of het gaat om een verhoging van de government take of om het aanpassen van de benzineprijs naar een marktconforme prijs. Hij geeft aan dat de overheid aan de ene kant in staat moet kunnen zijn om haar rechtmatig deel op te kunnen eisen, maar aan de andere kant ook moet kijken op welke manier zij bepaalde sectoren, die in het nauw komen door de verhoging, kan ontzien. In samenspraak met verschillende organisaties zou de regering volgens de econoom moeten kijken hoe zij deze sectoren tegemoet kan komen, want het mag niet zo zijn dat de regering, de productiesector voor export teniet zal doen. Hij merkt op dat de exportsector niet zoveel speelruimte heeft. Hij vindt het belangrijk dat er daarom een goed beleid wordt gemaakt.
door Ivan Summerville/Johannes Damodar Patak