Winston Ramautarsing, voorzitter van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES), zegt dat ontwikkeling op basis van leningen niet tot stand gebracht kan worden. Hij geeft aan dat ontwikkeling alleen gerealiseerd kan worden door hard te werken, te studeren (educatie), spaarzaam te zijn en door efficiënt te werken, hetgeen betekent dat er niet onnodig geld uitgegeven wordt. Hij zegt dat er niets verkeerd is aan lenen, als je daardoor in staat bent om een sterke economie te ontwikkelen, maar er kan niet geleend worden voor salarisverhogingen, consumptieve doeleinden en het betalen van oude schulden, want dan zal men nooit in staat zijn de leningen terug te betalen. “Gado wan sabi”, klinkt het antwoord van Ramautarsing op de vraag hoe Suriname al de le-ningen terug zal betalen. Hij geeft aan dat het probleem op de lange baan wordt geschoven, namelijk tien jaar, en wie dan leeft, zal de leningen afbetalen. In 2026 zal Suriname volgens de VES-voorzitter US$ 600 miljoen in één keer moeten terugbetalen, waarbij hij zich afvraagt of er dan weer een andere lening genomen zal worden om dit bedrag te betalen.
Hij omschrijft het gedrag van de regering als onverantwoord. Indien de regering haar huidige beleid als een prudent macro-economisch beleid beschrijft, dan kunnen al de leden van de VES hun collegegeld weer gaan ophalen bij de universiteit waar zij hun studie hebben afgerond. Om de leningen te kunnen aflossen, moeten er volgens Ramautarsing twee dingen gebeuren. Ten eerste moet de regering ophouden met het verspillen van geld. Als voorbeeld haalt hij aan het jaar 2017, waarbij de regering begroot heeft om SRD 8 miljard uit te geven, terwijl de inkomsten SRD 4 miljard zullen zijn. Ten tweede zal de regering moeten investeren in de productie- en de exportsector om deviezen te kunnen verdienen.
door Johannes Damodar Patak