Op 8 februari 2017 wordt de vijfde verkiezing van het Nationaal Jeugd Parlement ( NJP) gehouden. Dit zal volgens de minister van Sport- en Jeugdzaken, Faizel Abdoelgafoer, de Staat Suriname een bedrag van SRD 6.4 miljoen kosten. Geruchten deden de ronde dat de verkiezing langer uitgesteld zou worden, omdat er geen geld beschikbaar was. Men zou eerder andere projecten uitvoeren en daar had de minister van Sportzaken begrip voor. Uiteindelijk heeft de regering na overleg besloten om de verkiezing op 8 februari plaats te laten vinden, terwijl de kandidaten zich op 5 december mogen registreren. Om de verkiezing doorgang te laten vinden, is er veel geknipt in de begroting. Het is volgens de minister de goedkoopste verkiezing.

Het ministerie zal, gelet op het beperkte budget, hulp van andere ministeries krijgen. Zo zal onder andere het ministerie van Binnenlandse Zaken overgebleven stembiljetten beschikbaar stellen, terwijl het ministerie van Regionale Ontwikkeling zal inkomen met boten voor de verre gebieden in het binnenland.

Minister Abdoelgafoer vertelde aan De West dat het vandaag een heel belangrijke dag is voor de jongeren, in het bijzonder voor de stemgerechtigden, omdat ze vanaf nu in de sfeer van de NJP-verkiezingen leven.

“De verkiezing is heel belangrijk, omdat het NJP een inspraakorgaan is voor de jongeren. Het is ook belangrijk omdat men met de voorbereiding naar de verkiezing toe, jongeren wil vormen om zo een bijdrage te leveren aan de verdere ontwikkeling van het land.” Voor wat de participatie van de jeugd betreft, zegt de minister dat alle jongeren in het land gebruik kunnen maken van hun stemrecht voor het NJP.

Voor wat het huidige NJP betreft, zegt de bewindsman dat het beter kon. In het verlengde daarvan zegt hij dat het ministerie zelf ook veel meer voor deze jongeren kon doen. “ Het NJP-instituut moet versterkt worden en het moet gestalte krijgen. Wij moeten de mensen gaan vormen. Dat is belangrijk bij de kandidaatstelling. Ze zullen goed gevormd en getraind worden. Belangrijk is wel dat ze geen beloftes doen waarbij de jongeren aangeven dat ze voor een veld of een school in een bepaalde buurt gaan zorgen. De kandidaten zijn geen beleidsmakers die in de regering zitten, maar een spreekorgaan voor jongeren. De kandidaten mogen tussen 15 en 23 jaar zijn, terwijl de kiezers tussen 12 en 25 jaar moeten zijn om hun stem uit te brengen”, aldus de minister.

door Ivan Summerville