Drs. Jim Bousaid, directeur van de Hakrinbank, heeft gelijk als hij stelt dat Suriname geen goede plannen heeft. Bousaid geeft hiermede aan dat er veel buitenlandse financiële instanties zijn die Suriname geld zouden willen lenen om uit de huidige financiële misère te geraken en de economie wederom op spoor te krijgen, maar we zijn niet in staat de plannen te produceren om voor de financiële hulp in aanmerking te komen. De bankdirecteur wenst met zijn opmerkingen de regering Bouterse erop te wijzen, dat wil men grootschalige hulp verkrijgen, we in staat moeten zijn de nodige en sluitende projectdossiers te presenteren aan de geldschietende instantie. En daar zijn we vaak veel te laat mee of we zijn niet in staat de professioneel geconcipieerde dossiers aan de donor in spe te overleggen. En dat komt, omdat we de mensen die wel in staat waren plannen en of projecten te schrijven, op een zijspoor hebben gezet en wel kort na het aantreden van de regering Bouterse I in 2010. Gewijzigde beleidsinzichten werd de norm en al deze mensen hadden het nakijken. Neem nou de koppensnellerij op het Planbureau en de gevolgen van deze zotte ingreep. Daarna was men al snel niet meer in staat een Meerjaren Ontwikkelings Plan op te stellen. Men daarna nog geruime tijd gestunteld, doch er kwam niets van de grond. Wanneer je kundige mensen wegstuurt, omdat ze niet paars zouden zijn, dan krijg je geen progressie bij de ontwikkelling van dit land. Mensen die jaren achtereen goed werk hadden verricht en van wanten weten, werden op straat gezet en in de plaats kwamen loyalisten die het werk niet kenden. Men wilde een andere aanpak, omdat het vertrouwen in de zogenaamde ‘oude garde’ er niet was. Toen men uiteindelijk in de gaten kreeg hoe aanzienlijk de schade was door het doordrukken van de gewijzigde beleidsinzichten en toegepast op hardwerkende ambtenaren, was het te laat. Mensen die zeer onheus behandeld waren, wilden naderhand natuurlijk niet terug in hun oude functie. En zo heeft de regering Bouterse kader weggezuiverd en zit thans over de gehele linie met de gebakken peren, omdat er nog maar weinig zichzelf respecterende landgenoten zijn die voor dit regiem, de kastanjes uit het vuur willen halen. Bousaid heeft gelijk als hij stelt dat er voldoende geld naar Suriname zou kunnen vloeien om de economie wederom de zo noodzakelijke boost te geven, echter moeten de plannen gepresenteerd worden. Geen enkele financier geeft zomaar geld als hij niet weet waarvoor het geld zal worden besteed en hoe het met de terugbetaling zal gaan. Ook de Europese Investeringsbank (EIB) zal evenals het IMF voorwaarden stellen en plannen willen zien. Kunnen we gedegen en goed opgestelde plannen opstellen en overhandigen, dan zal men zeker bereid zijn te helpen. De Surinaamse regering zal dan ook kundige mensen moeten aantrekken om plannen op te stellen die aantrekkelijk genoeg zijn voor financiering door kapitaalkrachtige banken in het buitenland. De instituten die thans bereidwillig zijn in te komen, zijn betrouwbaar en kunnen in een handomdraai geld vrijmaken. Suriname is een klein land en heeft voor deze instellingen maar een krats nodig om uit de financiële misère waarin we thans zitten, te geraken. Echter is het zo dat de regering niet langdurig mag blijven talmen, want daar is ze kampioen in. Het voorgaande kan gesteld worden, omdat ze tot op heden de afspraken met het IMF niet volgens afspraak nakomt, wat haar ook duidelijk is gemaakt door een vertegenwoordiger van het fonds. Dit heeft deels te maken met onuitvoerbaarheid en de inherente politieke consequenties en deels door laksheid. De regering dient zich er bewust van te zijn dat welke buitenlandse geldschieter ook op het toneel verschijnt, de projectdossiers c.q. plannen waar Bousaid het over heeft, ter tafel moeten verschijnen. Alleen dan kan de hulp pas goed op gang komen. Eigenlijk is het meer dan logisch, dat er plannen moeten worden gepresenteerd. Als je als burger naar een lokale bank stapt voor een persoonlijke of andersoortige lening, worden aan jou ook tal van vragen gesteld alvorens het geld uiteindelijk beschikbaar komt. Ook dan wenst de financier zekerheid over de overeenkomst en natuurlijk de terugbetaling inclusief de rente. En zo is het dan ook niet anders wanneer je als land grootschalige leenovereenkomsten sluit met een buitenlandse kredietgever.