In de binnenstad van Paramaribo worden bezoekers in toenemende mate geconfronteerd met dak- en thuislozen.
De redactie van De West sprak hierover met Reza Doekhie, directeur van Stichting Bureau Dak- en Thuislozen. Hij zegt dat er inderdaad een stijging te merken is van het aantal dak- en thuislozen. Dit probleem is door de jaren heen groter geworden.
Doekhie geeft aan niet veel te kunnen doen voor deze groep mensen, wanneer zij hulp weigeren. De medewerkers van de stichting proberen middels gesprekken de dak- en thuislozen toch over te halen om hulp te accepteren. Doekhie benadrukt dat de mensen niet tegen hun wil van de straten gehaald kunnen worden voor verzorging.
Wetgeving betreffende de doelgroep ontbreekt in Suriname.
Doekhie merkt op dat de stichting zich met drie categorieën dak- en thuislozen bezighoudt, namelijk degene die permanent bij de stichting inwonen, de tweede groep zijn de zelfmelders en de derde groep zijn de overnachters. Dak- en thuislozen worden niet automatisch geplaatst bij de stichting. De directeur geeft aan dat er eerst een intake gesprek wordt gevoerd, alvorens iemand wordt geplaatst. Aan de hand van het gesprek wordt er gekeken als de persoon toegelaten wordt. Op dagbasis melden tussen de 100 en 120 zelfmelders zich aan bij de stichting.
Zij komen in aanmerking voor een broodje, een bad en schone kleding.
Het Bureau Dak- en Thuislozen is in 2004 opgericht onder het ministerie van Volksgezondheid, op basis van de overlast die dak- en thuislozen veroorzaakten.
Het doel van de stichting is opvang te verzorgen aan deze groep mensen.
De stichting voorziet ook in schone kleding en voeding.
door Johannes Damodar Patak