VES vindt regering koppig

De stijgende koers voor de US-dollar zorgt voor grote zorgen binnen het bedrijfsleven. Ook voor de overheid heeft de koers geen positief effect. Winston Ramautarsing, voorzitter van de Vereniging van Economisten (VES), zegt in gesprek met De West, dat de regering een koppige houding aanneemt. Dit zegt hij naar aanleiding van het voorstel dat de VES aan de regering heeft gedaan, om samen met het bedrijfsleven om de tafel te gaan zitten. De regering is niet op het voorstel ingegaan, maar volgens Ramautarsing is dit de enige manier om duurzaam uit de crisis te komen. In alle ontwikkelde landen, maar ook in de opkomende economieën, blijkt de overheid in nauwe samenspraak met het bedrijfsleven de juiste condities te scheppen zodat bedrijven kunnen produceren en exporteren.

“Zijn we weer bezig het wiel uit te vinden?”, vraagt Ramautarsing zich af. Hij merkt op dat in deze economische situatie er nauwelijks meer wordt geïnvesteerd, slechts gebouwen die al in aanbouw waren, worden afgebouwd. “Als we het beleid niet omgooien, zal de economie verder inkrimpen”, voorspelt hij.

De VES-voorzitter zegt dat de oorzaak van de almaar stijgende koers komt door twee redenen, namelijk een objectieve reden, waarbij het ministerie van Financiën ondanks alle mooie verhalen, nog steeds gemiddeld SRD 120 miljoen per maand meer uitgeeft dan de Staat verdient, wat een druk op de koers veroorzaakt. De tweede reden is een subjectieve reden, wat inhoudt dat het vertrouwen in het beleid is afgenomen. Niet alleen de bedrijven, maar ook de gewone burger gaat op zoek naar valuta. De berichtgeving vanuit het ministerie van Financiën is steeds optimistisch, maar uit de cijfers achteraf blijkt die vaak niet op waarheid te berusten. Ramautarsing benadrukt dat niet het Internationaal Monetair Fonds (IMF) zorgt voor de koersstijging, die wordt veroorzaakt doordat de overheid niet de nodige saneringen treft, die zij zelf is overeengekomen.

Het gevolg van de stijgende koers is direct te merken in de prijzen van import, maar ook lokale goederen gaan mee. Hoe pijnlijk het volgens hem ook is voor de consument, de impact op het bedrijfsleven is veel groter, omdat zij bepalen of de economie weer gaat groeien. Hij geeft aan dat het sluiten van winkels erg is, maar als productiebedrijven gaan sluiten, dan zal dat volgens Ramautarsing een negatief effect hebben op de economie, omdat er met productiebedrijven arbeidsplaatsen worden gecreëerd en inkomsten worden binnengehaald voor de Staat. Behalve ellende, biedt de crisis ook kansen, maar die worden volgens Ramautarsing niet benut. Zo zou de productie en export van rijst, hout, vis en groenten, uitgebreid kunnen worden. Ramautarsing stelt dat hierin de enige oplossing ligt om Suriname te redden: de regering dient met het bedrijfsleven om de tafel te gaan zitten om over een gericht productie- en exportprogramma te gaan praten.

door Johannes Damodar Patak

 

 

More
articles