DE VOLGENDE STROHALM

Na een aanhoudend financieel-economisch en monetair wanbeleid te hebben gevoerd vanaf augustus 2010 tot augustus 2015 en daarna volledig klem te zijn gelopen, hebben vertegenwoordigers van de regering Bouterse aanhoudend naar uitwegen gezocht om aan geld te komen. De voormalige governor van de Centrale Bank, Gillmore Hoefdraad, heeft  toen in DNA verklaard dat de enige uitweg om aan geld te komen de gang naar het IMF betekende, omdat men bij alle andere toenaderingen tot financiële instellingen in het buitenland  bot had gevangen. Het was dan ook het IMF of helemaal niets en dan zouden de problemen echt niet te overzien zijn, gezien de zeer ernstig gedaalde monertaire reserves en de reeds ingezette devaluaties van de SRD ten opzichte van de dollar en de gelijk ingetreden inflatie en het steeds verder oplopende verlies aan koopkracht. Het IMF werd binnengehaald als de grote redder van het Kabinet Bouterse II , maar tegelijkertijd de grootste gijzelnemer van de algehele Surinaamse samenleving.  De voorwaarden die het IMF stelt om een lening van 478 miljoen dollar te geven die gefaseerd aan ons land ter beschikking zal worden gesteld, zijn niet makkelijk, om maar niet van moordend te spreken voor het Surinaamse volk. Vrijwel alle subsidies die de overheid jarenlang heeft betaald, moeten worden afgebouwd. Door de afbouwing van deze directe overheidssteun zijn tig instanties nu reeds in enorme financiële problemen geraakt. We willen daarbij slechts de sociale instellingen en ziekenhuizen aanhalen. Dan hoeven we het niet eens meer te hebben over het wegvallen van subsidies aan nutsbedrijven en de absurde government take op brandstoffen, die een enorme inflatoire werking teweeg heeft gebracht en door het volk moet worden gedragen. Deze last is thans ondragelijk geworden en dan nog eist het IMF dat de lasten nog verder verzwaard moeten worden en  is dit fonds van mening dat het Surinaamse volk gerust verder mag pinaren. Deze regering moet het voor haar overleving thans hebben van tal van buitenlandse leningen  die binnen een zogenaamd herstelprogramma,  tot stand komen. Het IMF heeft zijn voorwaarden gesteld en de regering Bouterse heeft toegestemd met de voorwaarden, omdat het IMF gerust gezien mag worden als een laatste strohalm. Nu reeds blijkt dat het IMF niet tevreden is over de manier waarop de regering Bouterse haar afspraken nakomt. De IMF voorwaarden worden met horten en stoten uitgevoerd en daar is het  fonds niet gelukkig mee. Ze heeft dan ook een waarschuwend geluid in de richting van Bouterse zijn kabinet laten horen.  Dat de regering akkoord is gegaan met eigenlijk niet uitvoerbare voorwaarden, komt omdat ze helemaal geen uitweg meer zag en of ziet. Het is dan ook maar lenen geblazen en uitproberen tot hoever ze het Surinaamse volk kan uitzuigen c.q. uitbuiten. Ondertussen wordt het voor het kabinet Bouterse duidelijk dat het Surinaamse volk niet veel verder kan worden belast door allerhande verhogingen.  Gaat ze hiermede toch door op aangeven van het IMF, dan kan ze zeker rekenen op een ernstige sociale eruptie. De financiële positie van dit kabinet is thans zo benard en zijn begrotingstekorten zo aanzienlijk dat er meer geld moet komen, wil het nog in staat zijn voor de komende tijd, de macht te consolideren. Ze is dan ook voortdurend bezig geweest naar meer geld te zoeken en is thans doende dit land nog verder te verbinden aan leningen die uiteindelijk toch zullen moeten worden terugbetaald. Het merkwaardige is, dat deze regering niet aangeeft wie deze enorme schuldenlast inclusief rente gaat terugbetalen en binnen welke termijn dat zal geschieden.  De Wereldbank is de volgende strohalm waaraan dit kabinet zich vastklampt om aan 100 miljoen dollar te komen. 100 miljoen dollar is voor Suriname een enorm bedrag, maar voor een Wereldbank is het ‘klein geld’. Belangrijk is te weten wat dit kabinet nu weer aan het bekokstoven is met de Wereldbank.  Het behoeft geen al te lang betoog om te weten dat ook de Wereldbank bepaalde voorwaarden zal verbinden aan het verstrekken van deze 100 miljoen dollar die gefaseerd aan ons land ter beschikking zal worden gesteld.  Het is te hopen dat ook de Wereldbank goed gaat kijken wat de verdiencapaciteit van deze overheid is om te weten, of ze in staat zal zijn binnen een afgesproken termijn met de terugbetalingen te beginnen. Kabinetten onder leiding van de NDP hebben getoond tot de gilde van wanbetalers te behoren en dat weten we allemaal heel goed. Ook in Brazilië is men ervan op de hoogte dat NDP-regeringen gewoon niet betalen en de schulden overhevelen naar kabinetten die na hen komen. Dat is in 1987 gebeurd en ook in 2000 was dat het geval. De Braziliaanse schuld van bijna 100 miljoen dollar werd uiteindelijk door het Kabinet Venetiaan III betaald.  Allemaal geschiedkundige gegevens die men maar al te graag in dit land wenst te vergeten.  De NDP-kliek maakt maar schulden in harde valuta en zadelt de komende generaties op met deze schulden. En deze handelingen worden gewoon en  in strijd met het geweten gepleegd. Deze regering moet eens een keertje eerlijk zijn tegenover de samenleving en haar precies komen vertellen hoe ze deze berg aan buitenlandse schulden gaat terugbetalen en met welke inkomsten.Alleen dan  kan er wat meer gerustheid en vertrouwen binnen deze samenleving ontstaan. Blijven we op deze duistere manier doorgaan, dan zal het vertrouwen verder wegzakken en de onrust op de valutamarkt blijven toenemen en dat zal zeker geen goede invloed hebben op de wisselkoersen, die thans heel erg instabiel zijn.

More
articles