Na 34 jaar nog geen duidelijkheid in 8 Decemberproces

Het 8 Decemberstrafproces dat in het jaar 2007 gestart is, lijkt na negen jaar op de rol van de rechter nog steeds niet tot een duidelijke ontknoping te geraken. De Krijgsraad heeft de zaak die vandaag wederom op de rol kwam, verschoven naar 30 november aanstaande. Op die dag zal de Krijgsraad bepalen of deze mega-strafzaak voortgezet moet worden of niet.

De advocaat van de nabestaanden, Hugo Essed, gaf na de krijgsraadzitting aan de pers te kennen, dat de zitting geweest is zoals hij verwacht had. “ Advocaten van de verdachten hebben de gelegenheid gekregen hun mening te geven over de resolutie en het verzoek van de auditeur-militair om de strafzaak te beëindigen en ik, als advocaat van de nabestaanden van de 8 Decembermoorden, niet.

Ik heb meerdere malen mijn vinger opgestoken, maar ondanks dat,  kreeg ik de kans niet om mijn zegje te doen.”Er werd niet aangegeven waarom Essed het woord niet mocht voeren. Volgens Essed had hij juridisch willen onderbouwen, waarom de voormelde resolutie van de president, waarbij artikel 148 uit de Grondwet is toegepast, geen waarde heeft en dat een rechtszaak door de Krijgsraad wordt stilgelegd op gronden die niet in de wet genoemd zijn. “De wet noemt niet als grond :resolutie van de president.” Dit is volgens Essed ook een schoolvoorbeeld van misbruik van bevoegdheid.

De Krijgsraad heeft aangegeven dat zij meer tijd nodig heeft om zich grondig te beraden, waarna zij op 30 november aanstaande kan aangeven of de strafzaak tegen de hoofdverdachte Desiré Bouterse en anderen doorgaat of niet. Essed zegt dat hij als advocaat dit geduld kan opbrengen, omdat men al 34 jaar wacht. “We hebben al 34 jaar geduld, dus als we nog een paar weken moeten wachten, maakt dat ons niet veel uit.”

Mr. Irvin Kanhai, advocaat van hoofdverdachte Desiré Bouterse, zei dat de zaak voor hem heel goed verlopen is, gelet op het feit dat de Krijgsraad de zaak naar 30 november heeft verschoven. Dat betekent dat de Krijgsraad een beslissing gaat nemen over hetgeen de vervolgingsambtenaar (auditeur-militair) gevorderd heeft. Een deel van de advocaten in de zaak heeft graag dat de zaak geen voortgang heeft, maar een ander deel wel. Volgens Kanhai is dat niet een reden om de zaak te stoppen. In de wet zijn er volgens hem maar vier soorten eindbeslissingen. Het gaat onder andere om niet-ontvankelijkheid, nietigheid en onbevoegdheid. In het verlengde hiervan gaf Kanhai aan dat hij verwacht dat de zaak op 30 november door de Krijgsraad beëindigd zal worden, door middel van een eindbeslissing van de rechter. Gelet op deze ontwikkeling is het volgens Kanhai een goed teken, omdat men al jaren bezig is met deze zaak. Niemand heeft volgens Kanhai kunnen achterhalen wat er is gebeurd. Er zijn nu twaalf tot dertien ordners in deze strafzaak. Ook de rol van Nederland is volgens de advocaat van Bouterse niet hard genoeg belicht. Nederland had alle archieven voor het onderzoek gesloten. “We weten niet wat er is gebeurd, maar we zullen het een keer moeten uitvinden. Ik weet ook niet hoe, maar misschien niet in de rechtszaal”, aldus Mr. Kanhai tegenover journalisten.

door Ivan Summerville

More
articles