Staatsschuld opnieuw fors gedaald door wetswijziging

De staatsschuld van Suriname is per 31 mei 2016, opnieuw fors gedaald vanwege de wijziging van de Wet op de Staatsschuld. De daling van in totaal SRD 1.4 miljard is volledig te wijten aan het wegschrappen van de binnenlandse- en buitenlandse niet afgeroepen garanties en niet opgenomen gecommitteerde leningen uit het totale staatsschuldoverzicht. Deze garanties en leningen worden per 31 mei 2016 als memorandum items (met andere woorden als een korte schriftelijke mededeling) opgenomen onder het totaaloverzicht.

De wijziging van de staatsschuld van Suriname is op maandag 4 april 2016 aangenomen door De Nationale Assemblee (DNA). In deze wet is opgenomen dat van overschrijding van een obligoplafond geen sprake is voor zover deze overschrijding het gevolg is van een latere wijziging van de door de CBvS gehanteerde koersen voor het deviezenverkeer. Samengevat wil dit zeggen dat de voormalige officiële wisselkoers van USD 1 = SRD 3,35, gehanteerd wordt voor de buitenlandse staatsschuld, in plaats van de huidige geldende officiële wisselkoers van USD 1 = SRD 7,16.

Deze wijziging in de waardering van de staatsschuld was na de wetswijziging in april meteen doorgevoerd in de statistieken van het Bureau voor de Staatsschuld. Hiervoor wordt verwezen naar het desbetreffende artikel in De West van 26 april 2016. Hiernaast is ook de definitie van staatsschuld aangepast naar internationale standaarden. Nu wordt alleen geld dat gebruikt wordt als schuld gezien, terwijl voorheen een lening als schuld werd geboekt.

Deze wijziging heeft dus per 31 mei 2016 plaatsgevonden met een forse daling van de staatsschuld tot gevolg.

Uit de meest recente statistieken van het Bureau voor de Staatsschuld blijkt dat de totale buitenlandse schuld met ruim SRD 1.2 miljard is gedaald. Dit is, zoals eerder vermeld, te wijten aan het niet meer opnemen van de buitenlandse niet afgeroepen garanties en de buitenlandse niet opgenomen gecommitteerde leningen, die respectievelijk SRD 24 miljoen en SRD 1.3 miljard representeren.

De schuld van de Staat Suriname aan de Centrale Bank van Suriname (CBvS) en de algemene banken is, ten opzichte van 30 april 2016, toegenomen met respectievelijk SRD 90 miljoen en SRD 10 miljoen. De CBvS heeft opnieuw geld voorgeschoten aan de regering, aangezien de voorschotten/overtrekkingen bij de CBvS met SRD 90 miljoen zijn gestegen. Ook de uitgifte van schatkistpapier (dat hoort bij de schuld aan de algemene banken) is gestegen met iets meer dan SRD 10 miljoen. Schatkistpapier is een (kortlopend) schuldbewijs, dat door de staat wordt uitgegeven als de staat een tijdelijk kasgeldtekort heeft. De uitgifte van schatkistpapier heeft nu al drie maanden achtereenvolgend plaatsgevonden. In de maanden maart, april en mei heeft de overheid voor ruim SRD 92 miljoen aan schatkistpapier uitgegeven. Deze stijging van de binnenlandse schuld, samen met het niet meer opnemen van de binnenlandse niet opgenomen gecommitteerde leningen (met een totaalbedrag van SRD 238 miljoen) heeft een daling van totale binnenlandse schuld met ongeveer SRD 142 miljoen tot gevolg gehad.

Net als in april 2016, is de staatsschuld dus opnieuw fors gedaald. Hierbij moet de nadruk gelegd worden op het feit dat bovengenoemde afnamen niet tot stand zijn gekomen vanwege aflossingen, maar simpelweg vanwege de wetswijziging. In totaal heeft deze wetswijziging al in een totale afname van SRD 2.3 miljard geresulteerd. Vanwege de wetswijziging is het leningenplafond van de regering weer toegenomen. Per 31 mei 2016 bedroeg de ruimte voor het aangaan van nieuwe (binnenlandse- en buitenlandse) leningen SRD 3.5 miljard.

More
articles