Vuurwapenwet: Geen onderscheid met binnenland, geldt voor een ieder

Er zijn heel wat meningsverschillen van volksvertegenwoordigers over de machtiging en de tarieven van een vuurwapen. Volksvertegenwoordiger Keshopersad Gangaram Panday zegt vandaag bij de behandeling van de Vuurwapenwet in De Nationale Assemblee (DNA), dat er geen onderscheid gemaakt moet worden met het binnenland bij de wijzing van de wet. Hij zei dit naar aanleiding van de reacties van lid Marinus Bee, André Misiekaba en Frederik Finisi die aan de regering hebben gevraagd om rekening te houden met de binnenlandbewoners, omdat een jachtgeweer deel uitmaakt van hun levensbehoeften. Lid Jitendra Kalloe heeft namens de landbouwers uit het district Nickerie dezelfde vraag gesteld.

Bee vindt dat een jachtgeweer beter in handen kan zijn van een echte jager dan van een persoon die er zogenaamd een sport van wil maken. “In het binnenland worden de jongens opgeleid om zelfstandig te kunnen jagen.” Volgens Bee is een jachtgeweer een basisgoed dat onderdeel is van de levensbehoefte van de binnenlandbewoners.

Misiekaba geeft eveneens het belang aan van een jachtgeweer in het binnenland. “Het helpt de mensen om aan voedsel te komen.” De verhoogde tarieven zijn volgens Misiekaba absurd en hij vraagt de regering daarom om aan te geven naar welk niveau zij wil gaan met deze verhoging.

Volgens Kalloe is een vuurwapen een tool voor de kostenverdiener. Niet alleen voor de landbouwers, maar ook in de houtkapsector en voor de concessiehouders is een vuurwapen noodzakelijk.

“Het maakt de burger een stukje veiliger”, geeft Kalloe aan. Ook Kalloe uitte zijn bezorgdheid over de verhoogde tarieven, welke hij als niet-acceptabel onderstreept.

door Kimberley Fräser

More
articles