Hij waarschuwt voor een totale chaos in het land, maar hij is zelf de onruststoker.
Hij waarschuwt voor een constitutionele crisis, maar hij is zelf degene die er alles aan doet, om een crisis te veroorzaken. De Nationale Assemblée (DNA) heeft als vertegenwoordiger van het volk in het politiek firmament de taak, de plicht en alle mogelijkheden om de president tot orde te roepen. Wie anders zou dat beter kunnen dan het instituut waaraan de Grondwet alle recht heeft gegeven, de president te kiezen en te ontslaan? Het is dus belangrijk dat de president zo gauw als mogelijk wordt wakkergeschud uit zijn droom, zodat hij de illussie laat varen, dat hij een crisis zal oplossen. Die crisis is er namelijk niet, hoezeer hij dat ook wel zou willen.
Gelukkig hebben de parlementaire en buitenparlementaire oppositie hem niet genoeg aanleiding gegeven, om te vinden wat hij zoekt. De persoon van Desire Boutesre, zowel in privé en als president, staat berucht om zijn spitsvondigheden, bruut geweld, illegaliteit en disrespect aan de wet. Het is overduidelijk, zelfs voor een kind van vijf, dat hij op zoek is naar de juiste sfeer, de omstandigheden en wellicht genoeg weerstand, om daarin rechtvaardiging te vinden voor wat mogelijk zijn laatste dictatoriale move zal zijn, voor zijn finale roemloze val als politicus en als persoon.
De president schijnt bewust of onbewust een basisprincipe binnen de judosport te willen toepassen in zijn politiekvoering. Een judoka oefent een kracht uit, waarvan hij soms weet, dat die niet genoeg is om de opponent uit evenwicht te brengen. Mocht de opponent hem echter genoeg weerstand bieden, dan bijten zijn voeten genoeg in de mat, om de gewenste techniek uit te voeren. Het scheelt dan enkel een kleine ruk, veelal gepaard gaande met minimale steun van de heupen, en de tegenstander, hoe robuust ook, vliegt door de lucht om met een smak neer te komen. Maar het hoeft niet zover te komen. Want, een slimme, tactische en aan de belager opgewassen worstelaar, zal op het juiste moment, in plaats van weerspannig te zijn, meegeven. Op die manier krijgt de belager geen kans zijn voeten goed te plaatsen voor een goede worp. Voor een leek zal het een saai gedoe zijn, maar een kenner kruipt al gauw naar de punt van zijn stoel om de spannende wedstrijd nauwgezet te volgen en vooral te zien, hoe en wanneer wie uit balans raakt en of en hoe de ander daar munt uit zal slaan.
Verslag van de wedstrijd: Bouterse is in de aanval, hij weet dat er teveel balans is en dat hij op dit moment, geen enkele worp succesvol kan uitvoeren. Hij is dus bezig te grijpen en los te laten, te duwen en te stoten, maar hij pakt niet goed beet en hij krijgt vooral niet genoeg en niet de juiste weerstand. Vooral de Rechterlijke Macht geeft hem geen ruimte, om uit balans te raken. De politieke oppositie zit wel wat te duwen en te trekken, bewust of onbewust is dat ook niet genoeg om hem de broodnodige weerstand te geven.
Mocht hij te vroeg of te laat een worp inzetten, dan loopt hij groot risico zelf met zijn rug op de mat te belanden en de tegenstander overwicht, of zelfs de overwinning te gunnen. Ondertussen tikt de klok en zijn coaches roepen alle adviezen vanaf de kant, maar niemand zo zenuwachtig als Bouterse zelf. Wat is de democratie toch lastig.
Voor het ingaan van de volgende ronde, wil hij weten waar hij aan toe is. En als het niet normaal kan, dan zal hij wellicht een onconventionele techniek moeten toepassen.
Een trap tegen het kruis, vingers in de ogen of gewoon met zijn tanden in des opponents schouders …. Ach wie kent deze vechter niet uit de jaren tachtig?
Als toeschouwers van het schouwspel, wensen wij alles behalve vals spel. Dus, andermaal een beroep op de arbitrage en de wedstrijdleiding: Roept u Bouterse tot de orde, voordat hij gekke dingen doet. He did it once, he might do it again!
Ondertussen sporen wij de opponent aan om te blijven voorkomen dat de belager zijn zin krijgt, en de balans te bewaren, ja zelfs balans te bewaren in de door hem veroorzaakte disbalans. Daar kan een vechter die zich verplicht voelt te winnen, goed van frustreren. Als hij duwt, geef dan mee, en als hij rukt, ga dan ook mee. Maar als hij door ergernis verslapt, aarzel niet, maar pak hem beet.
Tussen het aansporen door roepen wij voortdurend in de richting van DNA: Stop hem, stop hem, stop hem voordat het te laat is.