President Desire Bouterse heeft gisteren een onderhoud gehad met mr. Iwan Rasoelbaks (president Hof van Justitie, HvJ) en Jennifer Geerlings – Simons (voorzitter De Nationale Assemblée, DNA). Het initiatief voor dit gesprek op het Presidentieel Paleis kwam van Bouterse. Het gesprek duurde circa twee uren.
De presidentiele perschef Clifton Limburg schrijft in een persbericht dat: ‘Aanleiding tot dit overleg is de brief d.d. 15 juli., van de minister van Justitie en Politie, mevrouw mr. Jennifer van Dijk-Silos, aan het staatshoofd, waarin de bezorgdheid is geuit over een mogelijke constitutioneel vraagstuk’.
Van Dijk – Silos was ook aanwezig bij het overleg, dat door het Kabinet van Bouterse wordt omschreven als ‘Constitutioneel Overleg’.
Naar verluidt heeft de minister aanstoot genomen aan het feit dat de Krijgsraad onlangs de Amnestiewet van 2012 terzijde heeft gezet en in aansluiting daarop, het Openbaar Ministerie heeft opgeroepen, de vervolging van Bouterse en zijn meer dan 20 medeverdachten te vervolgen voor hun aandeel in de decembermoorden. De rechtszaak tegen Bouterse in verband met de moord van 15 tegenstanders van zijn bewind in december 1982 liep in 2012 vast, vanwege een zodanige aanpassing van een oude amnestiewet. De zaak werd geschorst en de Krijgsraad hoopte dat het Constitutioneel Hof (CH) een antwoord zou geven op de vraag of de politiek met de amnestiewet inbreuk had gedaan in de zaak of niet en of die inbraak toelaatbaar was. Aangezien het CH wel in de Grondwet wordt genoemd, maar nooit in de praktijk heeft bestaan, heeft de regering toen stappen ondernomen om te komen tot de instelling daarvan. Het is er nooit van gekomen. Krijgsraadpresidente Cynthia Valstein – Montnor oordeelde onlangs dat vier jaar wachten op het CH meer dan genoeg is en dat de zaak niet oneindig kan stil blijven, zonder vooruitzicht op duidelijkheid. Ze heeft gevorderd dat de auditeur militair op donderdag 30 juni zijn requisitoir houdt. Dan wordt het duidelijk wat het OM geconcludeerd heeft voor wat het wettig en overtuigend bewijs betreft tegen Bouterse en zijn medeverdachten, en welke straf daartegenover zou moeten staan.