Zowel de regering Bouterse II als het Internationaal Monetair Fonds, wil ons doen geloven dat de samenwerking tussen de beide partijen goed is voor ons land en ons met de minste pijn zal helpen uit deze zeer precaire periode van ernstige financiële tekorten zowel bij de overheid als bij elke inwoner van dit land. Niet met het IMF in zee gaan, zou de overheid in nog grotere financiële misère brengen en de overheid dwingen maatregelen te nemen die een veel grotere wissel zouden trekken op de samenleving en haar bestedingsvermogen. Maar geen van beide partijen rept met een woord over wat deze precaire toestand heeft veroorzaakt en wie daar debet aan is. De regering Bouterse heeft tot vlak voor de verkiezingen van mei vorig jaar, altijd verklaard dat er geen vuiltje aan de lucht was en dat Suriname eigenlijk geen financiële problemen had. Deze krant heeft er vanaf 2012 vrijwel wekelijks op gewezen dat de regering fout bezig was met de bestedingen van de aan haar toevertrouwde middelen, maar niemand luisterde en de meesten hadden sterk geloof in de misleidende voorlichting vanuit de regering en haar radiopraatjes die elke middag aan het volk werden voorgehouden. Men had zich bij de overheid blind gestaard op de inkomsten uit de goudsector en uit de aardoliesector en smeet maar met geld alsof het niet op kon. Sparen in een garantiefonds? Sang na a sani dati, had men vermoedelijk gedacht. Uitgeven en nogmaals uitgeven en steeds meer vriendjes , vriendinnetjes en partijgenoten accommoderen met een overheidsbaantje was wat de klok voortdurend sloeg. En zelfs voor de verkiezingen van 2015, toen men intern wist dat de zaak de kant van een totaal bankroet opging, bleef men duizenden mensen in dienst nemen met als doel de verkiezingen wederom te winnen. Het kon allemaal niet op en men schroomde er zelfs niet voor in de monetaire reserves te gaan graaien en daardoor de dekking van de SRD weg te slaan toen men in de gaten kreeg dat de beschikbare middelen vrijwel waren opgedroogd. De deviezenpot werd aangetast op een wijze zoals we die tijdens de regering Wijdenbosch 1996-2000 al eerder hadden gezien. Maar wie had anders verwacht. De redactie van deze krant had zeker niet anders verwacht, omdat wij genoeg ervaring hadden opgedaan met de kliek die zich verzameld heeft in de NDP en altijd voor het eigen belang de politieke macht ambieert en daarna ten koste van alles die macht wenst te behouden. Dus ook ten koste van het leegplunderen van de staatskas. Hoe wij dus in deze precaire toestand zijn beland, is thans bekend en heeft zeer weinig te maken met crises in het buitenland, maar wel alles met slecht financieel en monetair beleid gevoerd door mensen die door deze regering zijn aangesteld en tot op heden pretenderen wel te weten hoe het moet. En als ze het werkelijk zo goed weten, waarom hebben ze het in de afgelopen zes jaar dan zo slecht gedaan. Waarom kon het Nieuw Front tussen 2000 en 2010 het wel zo goed en hadden we toen geen precaire tijden en devaluaties , inflatie en een totaal stukgeslagen koopkracht? De regering Venetiaan II trad in 2000 aan en keek tegen een totaal geplunderde staatskas aan met een deviezentekort waar je u tegen mocht zeggen, maar er kwamen integere en kundige mensen op Financiën en de Centrale Bank van Suriname. En ook toen werd de IMF-optie bekeken en resoluut na bestudering afgewezen, omdat Venetiaan zijn volk niet wenste te laten pinaren op een onbeschrijfelijke wijze. Er kwam dan ook geen enkele IMF-lening onder Vene. Dus laat men het volk niet wederom misleiden door allerlei verzinsels te verkondigen. In de afgelopen zes jaar van NDP-bestuur is er met staatsgelden gestoeid en is veel geld verlogen gegaan aan allerlei populistische projecten die inmiddels weer grotendeels ter ziele zijn gegaan en die nog een beetje overeind staan, dreigen thans door enorm geldgebrek ineen te storten. En wanneer er vanuit VES hulp wordt aangeboden om gezamenlijk de ontstane rommel op te ruimen en Suriname weer financieel, economisch en monetair op het juiste spoor te krijgen, dan wordt dat resoluut en op zeer arrogante wijze van de hand gewezen door een minister die alle gelegenheid heeft gehad in de afgelopen zes jaar de zaak op het juiste spoor te behouden en er zeker ook debet aan is, dat zaken thans zo precair zijn geworden dat wij op de knieën naar het IMF hebben moeten gaan. De man wenst geen adviezen en ondersteuning van een batterij aan kundige en goed opgeleide economen, die hem zouden kunnen bijsturen op punten waar hij totaal de mist in is gegaan en waar volgens hun bevinding, weer de nodige tekortkomingen zijn geconstateerd. Maar nee hoor, die meneer is een echte sabi so en wenst niet naar wetenschappers te luisteren, omdat hij het vermoeden heeft dat ze een andere agenda hebben. Jammer is het te constateren, dat wij te maken hebben met mensen die ondanks hun enorme foute beoordelingen en navenante handelingen, toch nog volharden in een aanpak die Suriname niet het juiste voordeel zal opleveren. Wij ontkomen allicht niet aan de impressie dat de bewindsman in kwestie er ernstige moeite mee heeft op de vingers getikt te worden en dat het voor hem een nog groter bezwaar is, dat externe hulp zaken zal ontdekken die men het liefst binnen de paarse kamers wenst te houden. Geen pottenkijkers van de VES gewenst dus. Men moet vermoedelijk de ruimte blijven hebben om zaken te doen as usual en daar past een VES-bemoeienis zeker niet in. Dat het IMF thans binnen is gehaald, is te wijten aan een totaal verkeerd gevoerd beleid door Financiën en de Centrale Bank van Suriname vanaf 2010. Dat het zover heeft kunnen komen, heeft ook alles te maken met het aantasten van de onafhankelijke positie van de moederbank door de paarse kliek. Het verschil met de regeringen van Venetiaan is, dat Telting toentertijd de onafhankelijkheid van de instelling heeft mogen en kunnen bewaren. Het resultaat was dan ook in 2010 bij zijn vertrek dat er een solide deviezenreserve was van zeker een 800 miljoen dollar en dat Suriname over een nieuwe munt, de SRD, beschikte die volledig gedekt was. Ook was de inflatie op jaarbasis ongeveer 1 procent of iets meer, die ligt nu boven de 40 procent en dat is nu juist het verschil. En door dit verkeerde beleid van de regering Bouterse I en II moeten wij thans volgens het IMF noodzakelijk pijn lijden.