IMF ENIGE STROHALM

Minister Gillmore Hoefdraad van Financiën heeft op een gisteren gehouden persconferentie ruiterlijk toegegeven dat het IMF de enige strohalm is die voor Suriname is overgebleven, nadat lokale banken financiële steun hadden geweigerd en ook andere financieringsinstellingen hun neus hadden opgehaald voor ons land . Hoefdraad stelde tijdens zijn betoog dat na de verkiezingen van mei vorig jaar het duidelijk werd dat de economie totaal zou vastlopen als er niet snel financiële hulp gezocht zou worden. Opvallend was dat de minister niet inging op hoe het zo gekomen is dat we thans in deze toestand verkeren. Zo langzamerhand weten we allemaal wat heeft geleid tot de huidige zeer precaire financieel-economische toestand in dit land. De minister gaf aan dat er in rap tempo naar geld moest worden gezocht en dat na het zoeken naar instanties die geld ter beschikking zouden kunnen stellen, men uiteindelijk het IMF als enige en laatste strohalm overhad. Uit zijn relaas kon duidelijk opgemaakt worden dat de buitenlandse instellingen niet warm liepen om Suriname te helpen wegens de huidige situatie waarin het land verkeert. Suriname kan dan wel op een langere termijn interessant zijn voor het verstrekken van een lening, maar momenteel is dit land het gewoon niet, gezien de verdiencapaciteit van het land. Hoefdraad weet ook als geen ander dat met de huidige financieel –economische en monetaire gegevens van ons land geen enkele instantie, met uitzondering van het IMF, bereid zou kunnen worden gevonden een helpende hand te bieden. Vooral banken kijken naar audits (accountantsrapporten) en wat de verdienvooruitzichten van een land zijn alvorens ze de bereidheid tonen geld te lenen. Suriname vormt op dit moment voor dit soort financieringsinstituten een groot risico, dus kreeg Suriname vrijwel overal nul op rekest. Ook de huidige rating van Suriname is er een waar we niet trots op mogen zijn en die onlangs nog omlaag werd gebracht. Volgens Hoefdraad is het de bedoeling dat met de leningen die nog moeten worden verstrekt de Surinaamse economie op spoor zal worden gebracht. De bewindsman hield zijn gehoor voor dat de zaak over een andere boeg zal worden gegooid. Laten wij dan ook hopen dat de minister en de governor van de Centrale Bank van Suriname dit keer niet afwijzend zullen staan tegenover de vestiging van een garantiefonds c.q. noodfonds om in tijden van nood daarop terug te kunnen vallen. Wat ons wel opgevallen is, is dat de minister het erover had om het geld dat geleend wordt, te gaan besteden aan basisgoederen, oftewel de consumptiesfeer. Dat lijkt ons niet de juiste manier van besteden, omdat wij vinden dat dit soort bestedingen moeten komen uit opbrengsten verkregen uit exporten die afkomstig zijn uit onze eigen productie. Mensen die geen deel van deze regering uitmaken, hameren voortdurend op diversificatie van onze economie en op de bevordering van de exportproductie. We moeten ook afstappen van zware bestedingen om zuiver populistische doeleinden. Dat schijnt deze regering nog steeds niet te beseffen. Ook moeten we afstappen van het blindstaren op de exporten uit de aardolie- en goudsector, omdat deze opbrengsten aan enorme prijsschommelingen onderhevig zijn. We hebben namelijk in de periode van de regering Bouterse I al meegemaakt hoe prijzen voor aardolie per barrel zijn gekelderd van meer dan 100 US-dollar naar ver onder de 50 dollar per vat. Ook de goudprijs kelderde van een torenhoge positie plotsklaps zwaar naar beneden waardoor zowel de groot mijnbouw als de kleinere goudzoekers in financiële problemen geraakten. Dus is diversificatie van de economie in de nabije toekomst een must om dit land genoeg vreemde valuta te laten verdienen en te voorkomen dat we wederom belanden in de positie waar we momenteel in verzeild zijn geraakt. Waar de minister van Financiën en de governor van de Centrale Bank vooral vanaf dit moment aan moeten gaan werken, is het wederom herstellen van de monetaire reserves bestaande uit deels goud en dollars en ervoor gaan waken dat die reserves niet wederom door onverantwoordelijken wordt geplunderd. Gaan we op dezelfde voet voort met onze dollars en ons goud binnen de monetaire reserves, dan komt het nooit meer goed en zal de waarde van de SRD nimmer meer op het oude niveau van een 100 procent dekking terecht komen. Hoefdraad heeft op de persconferentie veel geld in het vooruitzicht gesteld en we mogen dan als land en volk slechts hopen dat het vele geld dat volgens de minister Suriname zal binnenstromen, goed zal worden besteed en niet in verkeerde zakken belandt. De samenleving heeft namelijk merkbare verlichting nodig en niets anders.

More
articles