Vroeger verscheen op televisie een cartoon over de Road Runner, in de volksmond beter bekent als ‘Miep Miep’ vanwege het geluid dat hij maakte als hij weer eens langs raasde, en Wile E Coyote, de coyote die Miep Miep altijd probeerde te pakken, maar hier nooit in slaagde. De huidige situatie van de wisselkoers in ons land is te vergelijken met deze cartoon. In het geval van Suriname is de koers van de parallelmarkt dan de Road Runner en is de (valuta)veilingkoers Wile E Coyote.
Bovenstaande vergelijking is gemaakt, omdat de Centrale Bank van Suriname (CBvS) de valutaveiling heeft geïntroduceerd, met als doel het verschil tussen de parallelmarktkoers en de officiële wisselkoers van de CBvS te verkleinen. Door middel van de valutaveiling wilde de CBvS dus trachten om de parallelmarktkoers, de zogenaamde straatkoers, te pakken te krijgen. In hoeverre is de CBvS hierin geslaagd sinds de introductie van de valutaveiling? Om antwoord hierop te kunnen geven hoeft u alleen maar beide wisselkoersen (de officiële- en de straatkoers) voor de periode van voor de valutaveiling en de periode na de introductie van de valutaveiling naast elkaar te zetten. Dit is in de onderstaande tabel gedaan.
In deze tabel is de wisselkoers van USD 1 ten opzichte van de SRD zichtbaar gemaakt. Bovenstaande tabel toont aan dat de straatkoers SRD 1,30 hoger lag, voor een US dollar, in de periode voordat de valutaveiling was geïntroduceerd. In de periode na valutaveiling, met de resultaten van de laatst gehouden valutaveiling van 12 maart 2016 als meetmoment, is het verschil opgelopen naar SRD 1,46. Het antwoord op de vraag of de valutaveiling haar doel heeft bereikt is dus: Nee! Integendeel, de kloof tussen de officiële wisselkoers en de straatkoers, is juist groter geworden. Het is dus geen geval van ‘het doel is niet bereikt’, maar eerder een geval van ‘we zijn nu nog verder van het doel af’. Kortom, de valutaveiling heeft gefaald.
Verder toont deze tabel aan dat de officiële wisselkoers behoorlijk is gestegen, met SRD 1,59 welteverstaan. Dat wil zeggen dat er nu niet alleen op straat meer betaald moet worden voor USD 1, maar ook bij alle overige (voornamelijk officiële) instanties. Als u nu valuta nodig hebt, u de straatkoers niet wil betalen en er dus voor kiest om in de ellenlange rij van de CBvS te staan om deze valuta te verkrijgen, kunt u geen SRD 4,2 meer betalen voor een US dollar. Bij de overige banken zult u ook het bedrag van SRD 5,79 voor een US dollar moeten neertellen. Als u nu, zoals vele andere Surinamers, een auto bij een automarkt aflost, kunt u uw initiële begroting overboord gooien. Ter illustratie zal ik u een voorbeeld geven: als uw doel was om per maand USD 200 af te lossen voor uw voertuig, had u hiervoor waarschijnlijk een bedrag van ongeveer SRD 800 begroot. Nu zult u dus voor diezelfde USD 200, meer dan SRD 1.400 moeten neertellen. Dat is een verschil van meer dan SRD 600.
Daarnaast kunt u uzelf de vraag stellen of het doel van de valutaveiling wel oprecht het dichten van het gat tussen de officiële wisselkoers en de straatkoers was. Ten behoeve van de valutaveiling, gaat de CBvS namelijk over het aanbod aan vreemde valuta. De CBvS maakt voorafgaand aan elke veiling het te veilen bedrag (het aanbod) bekend. Daarnaast is het algemeen bekend dat de vraag naar vreemde valuta vele malen groter is dan het aanbod. Dan is het logisch dat naarmate je steeds minder aanbiedt, zoals wij vanaf de eerste tot en met de op 14 april 2016 geannuleerde veiling hebben gezien, de vraag nog groter wordt en daardoor de wisselkoers nog meer zal toenemen. Ter illustratie, zijn de geveilde valutabedragen van de CBvS (het aanbod), per week, in de linker grafiek zichtbaar gemaakt. Het geveilde bedrag van 5 en 7 april is dus als totaal weekbedrag genomen. Hetzelfde geldt voor de week van 12 april. De ontwikkeling van de op de veiling hoogst geboden koers en het gewogen gemiddelde (het daadwerkelijke resultaat van de valutaveiling) zijn in de rechtergrafiek geïllustreerd.
In de linkergrafiek is te zien hoe het aanbod per week, waarin de valutaveilingen hebben plaatsgevonden, is afgenomen. In de wetenschap dat de vraag naar vreemde valuta niet is afgenomen in deze periode, is het gevolg dat de wisselkoers, dat in de rechterkolom te zien is, is toegenomen. De mensen en/of bedrijven die de vreemde valuta hard nodig hebben, gaan dan ook meer bieden om in aanmerking te komen, wat te zien is in de hoogst geboden koers, met als gevolg een hoger gemiddelde (officiële wisselkoers). Was het dichten van het gat tussen de straatkoers en de officiële wisselkoers echt het doel of was de valutaveiling een misleiding om geleidelijk aan richting de voorwaarden, die de IMF vooraf had gesteld om in aanmerking te komen voor ‘hulp’, te gaan? Het eerste lijkt het in ieder geval niet te zijn geweest.